Zestig jaar geleden.

In 1958 was Herbert Leupen redacteur  van Propria Cures, het universiteitsblad van de UvA. Hij kreeg landelijke bekendheid omdat hij Pius XII, de paus van Rome, een geitenneuker noemde. Voor straf  werd hij door de groenen van de R.K. studentenvereniging St. Virgiel uit Delft ontvoerd en kaalgeschoren. Van beide voorvallen werd in het hele land schande gesproken. Beledigen mag niet, de paus al helemaal niet en met fysiek geweld erop reageren mag evenmin. Men behoort zijn gram verbaal te halen.

Dat soort beledigingen en reacties waren in die tijd nog nieuw . Het beledigde katholieke volksdeel was in de vijftiger jaren nog niet geëmancipeerd. De reacties op de belediging waren daarom veel feller dan een jaar of tien later, toen Gerard van het Reve terecht stond omdat hij in Nader tot U beweerd had homofiele handelingen te hebben verricht met de Heer, in de gedaante van een ezel.

Toen ging er niet meer dan een rimpeling door de samenleving en dat was alles. Trouwens, de reacties waren ook in 1958 eigenlijk vrij beperkt geweest. Er ging geen golf van terreurgevoelens door het land. Er was wel verschil van mening over het voorval, maar het leidde niet tot een groeiende vijandigheid in de samenleving.

De reden waarom groepsbeledigingen nu zo veel harder lijken aan te komen, ligt niet bij de autochtone Nederlanders, ook niet bij Wilders en zijn aanhang. Het ligt bij het beledigde deel van de moslim immigranten. Zij zijn nieuw in dit land, nog minder geëmancipeerd dan de katholieken indertijd en ze hebben een godsdienst die van huis uit minder afstand neemt van geweld.

De discussies over moslims en geweld hebben sinds de moord op Van Gogh de politiek in ons land bezig gehouden. De reacties  zijn verward en bewegen heen en weer tussen een waarschuwing om vooral geen olie op het vuur te gooien en de eis, die gericht is aan het beledigde volksdeel, om duidelijk en met gepaste verontwaardiging afstand te nemen van de eigen extremisten. Dat laatste doet het beledigde volksdeel niet en dat was ook eigenlijk niet te verwachten.

Het is onwaarschijnlijk dat de meerderheid van moslims in de wereld meer dan gemiddeld gewelddadig van aanleg is. De genetische verschillen tussen mensen zijn zo groot niet. Er moet aan de andere kant wel iets zijn met hun geloof dat gewelddadigheid in de hand werkt. Of misschien is het andersom. Misschien dat het moslim geloof minder dan andere levensbeschouwingen en religies de neiging heeft om het geweld onder zijn aanhang te bedwingen.

Het verschil tussen de islam en andere godsdiensten en culturen zou heel goed gelegen kunnen zijn in het minder goed functioneren van wat je ‘remmen op de gewelddadigheid’ zou kunnen noemen. Toch zijn die remmen er ook bij moslims wel. Er bestaan Koranteksten tegen geweld, ook tegen geweld tegenover andersdenkenden, maar misschien wel minder dan bij andere godsdiensten, of er wordt er door de moslim geestelijkheid minder de hand aan gehouden.

Misschien zou het helpen als er opleidingen kwamen voor geestelijke leiders van moslims aan de Nederlandse universiteiten. Dat zou naar twee kanten de acceptatiegraad kunnen verbeteren.

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .