Robin Hobb is een schrijfster van SF en een van de besten. Ik wil proberen of ik kan uitvinden waarom ze naar mijn mening beter schrijft dan de meesten. Ik wil dat vooral doen door haar te vergelijken met een van de erkende meesters in het genre, Ronald Tolkien[1].
Haar Engels is goed. Niet helemaal zo goed als dat van Jan Austen, maar dat zijn er ook maar heel weinig. Maar goed. Ze schrijft korte heldere zinnen die prettig klinken als je ze voorleest. Of iemand goed schrijft is onafhankelijk van het genre dat ze kiest. Je kunt Libelle romans schrijven, zoals Jane Austen, of detectives als Raymond Chandler, of cowboyboeken en SF. Als je goed schrijven kunt doet het genre er niet toe. Wat wel belangrijk is dat de schrijver zijn métier verstaat. Dat is niet alleen goede zinnen maken. Een boek hoort structuur te hebben, een begin en een einde en daartussen in een goed verhaal. De auteur moet verder een deel van het werk aan de lezer over laten. Niet alleen in een detective, maar in iedere roman verstrekt de auteur als het goed is een deel van de gegevens en laat zij het verder aan de lezer over om er zijn eigen conclusies uit te trekken. De auteur hoort van een held nooit te zeggen dat het een held is of dat hij een goed karakter heeft. Dat moet blijken uit wat hij doet. Hobb is daar een meester in, al moet ik zeggen dat ik geen van die helden graag tot mijn vrienden zou willen rekenen. Maar dat klopt wel, goed is niet altijd aardig of gemakkelijk in de omgang.
Het helpt als de schrijver duidelijke ideeën heeft over de manier waarop zijn wereld in elkaar zit, zowel normatief als feitelijk en als zij zich daar tijdens het schrijven rekenschap van geeft.
Tolkien, die van het schrijven van In de Ban van de Ring zijn levenswerk heeft gemaakt begreep dat SF per definitie speelt in een andere wereld dan die wij kennen en dat kennis van de wereld een noodzakelijke achtergrond is voor iedere verhaal. Hij heeft zich dus jaren bezig gehouden met het schrijven van achtergrond verhalen voor de wereld van zijn trilogie. Niet met de bedoeling die ooit te publiceren. Wie ze leest ziet ook dat ze daar helemaal niet geschikt voor zijn en dat zijn erven ze alleen hebben laten uitgeven om er geld mee te verdienen. Tolkien zelf schreef ze om bij de hand te hebben bij het schrijven van zijn echte boek. Dat kreeg daardoor diepte en een extra dimensie, eigenschappen die de achtergrondverhalen zelf juist weer niet hebben. Robin Hobb doet dat achtergrond scheppen wel een beetje maar niet zo grondig of uitgebreid als Tolkien. Daar staat tegenover dat ze veel meer publicabels schrijft en in veel kortere tijd. Haar stijl is beter en moderner. Ze is veel beter in de details dan Tolkien, wat haar werk levendiger maakt. Die stijl is trouwens iets dat in de drie delen van In de Ban van de Ring een langzaam aflopende lijn vertoont, alsof hij er minder tijd aan besteed heeft naarmate het einde dichterbij kwam. Duidelijk is aan de andere kant dat de structuur van de Tolkien verhalen degelijker is en beter klopt. De kosten/opbrengst verhouding van het vele werk dat dat gekost moet hebben valt dan naar mijn mening weer in het voordeel uit van Hobb.
Tolkien had niet veel met vrouwen. Die kwamen er in zijn werk schematisch en levenloos uit. Omgekeerd heeft Hobb wel iets met mannen. Op allerlei manieren, als moeder, dochter en minnares, mannen interesseren haar en ze houdt ervan. Het zijn net als bij Jane Austen mannen vanuit een vrouwenperspectief gezien en helemaal compleet zijn ze niet, wat de vrouwen dan weer wel zijn. Je merkt dat het beste als ze vrouwen als hoofdpersoon laat optreden, zoals in de serie over de levende schepen. De hoofdpersoon daar en haar moeder, zuster en nichtje zijn alle vier stoere en levende mensen en de mannen blijven een beetje sprookjesfiguren. Dat karakter van bigger and finer than life houden ze in twee andere en verwante series, de Farseer trilogie en de drie boeken over de Fool.
Het sterkste in het werk van Hobb vind ik de filosofisch/psychologische kant. De mensen die in haar boeken voorkomen hebben functies en doen dingen die in onze samenleving niet voorkomen of denkbaar zijn, maar wat ze doen klopt, het blijft in zijn eigen context geloofwaardig. Ze denkt de dingen door. Waarschijnlijk doet ze dat grotendeels intuïtief, maar het gebeurt grondig. Waar Tolkien het allemaal rationeel door rekende, veranderde en op zijn plaats zette, gaat het bij haar schijnbaar meer vanzelf, maar het klopt wel. Niet helemaal altijd, maar bijna. Ze neemt bijvoorbeeld niet de tijd om als in deel drie het verhaal een andere wending heeft genomen dan haar in het begin voor ogen stond om dan het begin weer aan te passen. Maar misschien kon dat ook niet omdat ze het eerste deel al gepubliceerd had voor het derde af was. Hoe verhalen lopen heb je als schrijver niet altijd in de hand.
Dat heeft Tolkien wel gedaan, dat door veranderen en daarom is hij er ook tien jaar mee bezig geweest. Misschien is het ook wel een van de redenen voor het waanzinnige succes van zijn boek, maar dat het beter is dan het werk van Hobb zou ik toch niet durven zeggen.
[1] English writer and scholar who achieved fame with his children’s book The Hobbit (1937) and his richly inventive epic fantasy The Lord of the Rings (1954–55).
Ik kende Robin Hobb niet, en na even googlen begrijp ik dat ook. Vergeef me mijn scherpslijperij, doch Hobb schrift geen SF maar Fantasy, een genre dat voortgekomen is uit de gothic stijl van de 19e eeuw. Tolkiens werk ligt ook in lijn daarmee, maar de aftakking naar SF ligt verder terug, en is vanaf HG Wells en RL Stevenson een eigen genre dat ook een geheel eigen ontwikkeling heeft doorgemaakt. Die nuance van het verschil zie je het best in een beroemd kort verhaal als dit: http://mysite.du.edu/~treddell/3780/Asimov_Nightfall.pdf dat pertinent geen fantasy is,maar gemeenschappelijke wortels herkenbaar maakt.