Verhofstadt.

De Belgische politicus Guy Verhofstadt gaf drie jaar geleden, op 28 september 2015, een geëmotioneerd interview aan de Volkskrant. De Verenigde Staten van Europa moesten morgen worden uitgeroepen, daar kwam het, kort samengevat, op neer en het leek me nogal overdreven. Maar zijn analyse dat het niet goed ging met de samenwerking in Europa klopte wel. Ik loop zijn opmerkingen even met U langs.

  1. De bankencrisis duurde op dat moment al vijf jaar maar het toezicht op de banken in Europa was nog steeds niet opnieuw geregeld.
  2. De Europese regeringsleiders bleken niet in staat de EU te besturen.
  3. Een regering waarin iedere minister een vetorecht heeft werkt niet.
  4. Politici moeten niet vast blijven zitten aan structuren uit het verleden, maar meer fantasie tonen bij het organiseren van een samenwerking voor de toekomst.
  5. Een gemeenschappelijke munt zonder een gemeenschappelijke economische politiek werkt niet. De euro was een stap te vroeg.
  6. De Noord Europese staten betalen voor de reddingsfondsen die de houders van Zuid Europese obligaties uit de puree halen.
  7. De Europese leiders zijn besluiteloos.
  8. Er zijn veel problemen die alleen in een betere internationale samenwerking zijn op te lossen.
  9. Als Griekenland in de euro wil blijven dan moet er een einde komen aan cliëntisme, corruptie en belastingontduiking in dat land.

 

Met al die observaties kan ik het wel eens zijn, maar de oplossing die Verhofstadt voorstelt, een Europese federatie, gaat er niet komen. Niet alleen omdat het een ondemocratische oplossing zou zijn, omdat de grote meerderheid van de Europese bevolking het niet wil. Maar ook omdat Brussel niet de competentie heeft om een effectief overheidsapparaat op te zetten. De macht daartoe ligt bij de nationale staten en die geven die niet uit handen. Een uitbreiding van zijn  bevoegdheden zou Brussel bovendien niet de competentie geven om van die nieuwe bevoegdheden een oordeelkundig gebruik te gaan maken. De detailkennis van Europa ontbreekt in Brussel. Daarvoor is ons werelddeel te ingewikkeld. De vergelijking met de VS is optisch bedrog. Daar is de federale regering twee eeuwen geleden opgezet in een bestuurlijk vacuüm. Hier zou eerst de bestaande structuren moeten worden afgebroken voordat er een  nieuwe overheid zou kunnen worden  opgebouwd.

Zelfs als men het over het einddoel eens zou zijn, een afbraak van de nationale staten en een overheid op Europees niveau dan is een snelle federatie niet de weg waarlangs dat doel bereikt zou kunnen worden.

Dan zou men op nationaal niveau eerst moeten regionaliseren door zelf daar de bestaande overheidsstructuren af te breken en  te vervangen door iets kleiners en simpelers op regionaal niveau. Dan pas zou er ruimte komen voor iets  superregionaals op Europees niveau. Probeer je een federalisering vanuit de bestaande situatie, dan zou het resultaat alleen maar een extra bestuurslaag zijn, die al haar tijd gaat besteden aan de concurrentie met de andere lagen.

Op zich is er best iets te zeggen voor afbraak van de natiestaten. Maar terecht constateert Verhofstadt dat de Europese landen dan blijven bestaan. De natiestaten vallen niet samen met de Europese landen en met de volkeren die daar wonen, maar met de nationale overheden.  Zo goed doen die het niet en zo tevreden zijn de Europese burgers er dan ook niet over. Regionale  besturen die gebruik maken van moderne middelen, zodat ze veel kleiner, transparanter en efficiënter kunnen zijn dan nationale overheden. Dat zou een vooruitgang betekenen.

Maar dan nog zou een Europees overkoepelend orgaan er heel anders uit moeten zien dan het Brussel van vandaag. Dat de problemen die Verhofstadt noemt in het interview op slag zouden verdwijnen door een federale structuur in Brussel is een illusie. Een poging daartoe zou een ramp zijn en dat zo uEuropa voor nog veel langer verlammen dan nu al het geval is. Als de euro ons één ding heeft geleerd dan is het dat wie verder springt dan zijn polsstok lang is in de sloot terecht komt.

Persoonlijk denk ik dat we er het beste aan zouden doen om de bestaande structuur in Brussel af te breken. Dat levert de minste schade op. Toekomst zit er niet in Brussel. De vraag is alleen of we dan het kind niet weggooien met het badwater. De samenwerking tussen de Europese landen blijft essentieel en misschien moeten we het eerst eens zien te worden over de vraag hoe dan wel, voor we besluiten dat we het zo niet langer willen.

 

 

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .