De Nederlandse identiteit.

De uitglijder die koningin Maxima maakte toen ze als prinses voor het eerst in het openbaar optrad, was haar twijfel over  de vraag of Nederland wel een eigen identiteit had. Waarschijnlijk bedoelde ze alleen maar te zeggen dat het voor buitenlanders prima mogelijk was om hier te leven en er andere gewoontes op na te houden dan de meeste Nederlanders. Kijk maar naar haar zelf. Maar Nederlanders zijn trots op hun nationale identiteit. Bovendien hebben ze gelijk dat die anders is dan die van de rest van Europa.

Nederland heeft een heel uitgesproken eigen identiteit. Evenzeer als Frankrijk en Engeland en misschien wel meer nog dan Duitsland. Hoe je die identiteit precies zou moeten definiëren of omschrijven is een andere kwestie. Dat is waarschijnlijk lastig, maar ik heb er geen moeite mee om landgenoten in het buitenland te herkennen, lang voor ze hun mond hebben open gedaan. In de tijd dat ik nog veel reisde haalde ik de rij voor het inchecken naar Amsterdam er altijd uit op vreemde vliegvelden, daarvoor hoefde ik niet op een bordje te kijken.

Een paar jaar geleden probeerde een stel filosofen op zondagmiddag uit te vinden waar in de Nederlandse geschiedenis nu precies het moment lag waarop de identiteit van Nederland werd bepaald. Was dat bij het sluiten van de Unie van Utrecht of bij de aankomst van koning Willem I met een vissersboot op het strand van Scheveningen? Dat vastpinnen lukte niet en dat hadden ze van te voren ook wel kunnen weten. Zoiets is een langdurig proces en het zit bovendien grotendeels in zaken die nooit in de geschiedenisboekjes terecht komen.

Een van de heren, ik meen van Oosterom, had het bij het rechte end toen hij zei dat Over de Navolging van Christus zo’n Nederlands boek was en dat de Moderne Devotie van Geert Groote dateerde van lang voor de opstand en de tachtig jarige oorlog. Maar het boek was in het Latijn geschreven en niet in het Nederlands. De schrijver Thomas a Kempis heette in het gewone leven Thomas Hèmerke. Hij kwam uit Kempen bij Krefeld en was een Rijnlander.

Hoe dan ook, de term Nederlander is in geografisch opzicht sowieso een anachronisme in de veertiende en vijftiende eeuw. Hèmerke zou iemand uit Keulen of Roermond meteen herkennen als het verkleinwoord van hamer en de naam duidt op een familie van metaalbewerkers uit het land van Rijn en Maas.

De Lage Landen hadden met gemak door kunnen lopen naar het Zuiden tot Keulen en naar het Noorden tot Munster en Emden. Daarvoor had de geschiedenis ergens in het verleden maar een heel klein beetje anders hoeven te verlopen. Verschil tussen streken aan deze en gene zijde van de tegenwoordige Nederlandse grens werd er in de vijftiende eeuw in elk geval niet gemaakt en bestonden eigenlijk ook in de eerste helft van de vorige eeuw nog niet. Nu wel. In de tijd van de Europese eenwording zijn alle lidstaten nationalistischer geworden en hun bewoners beter identificeerbaar.

Maar dat neemt allemaal niet weg dat die Nederlandse identiteit ergens in en rond Nederland is gegroeid in het verleden en zich nu binnen onze grenzen concentreert, met een uitschieter naar Vlaanderen. Wie als buitenlander wil weten wat die identiteit is kan het beste in zijn eentje naar Nederland komen en hier een paar maanden wonen, zo anoniem mogelijk. Dan kan hij het beste een baan nemen voor halve dagen, waar hij met Nederlanders in aanraking komt en verder veel rondreizen. Hij zou dan een dagboek moeten bijhouden en noteren wat hem opvalt. Dat zelfde zou hij moeten herhalen in een aantal buurlanden en dan afloop zijn ervaringen vergelijken. Ik weet zeker dat hij typerende en uniek ervaringen zal hebben in het ene land die hij in de andere niet zal opdoen. Die zullen te maken hebben met de verschillen in identiteit.

Die zijn tussen de verschillende Europese landen even groot als de cultuurverschillen die wij hier hebben met de Angelsaksische landen van overzee en wat Nederland aangaat zijn ze met onze buurlanden misschien groter dan gemiddeld. Dat is de reden dat een verenigd en federaal Europa er voorlopig niet gaat komen. Een goed georganiseerde samenwerking heeft veel meer kans van slagen en is bovendien ook van meer nut.

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in geschiedenis, Nederland. Bookmark de permalink .