De troonrede van vijftien jaar geleden.

In de commentaren op de troonrede van 2003 valt op dat links spreekt over de afbraak van de verzorgingsstaat, terwijl de regering het heeft over een schild dat zij wil vormen voor de minstbedeelden in de samenleving, voor de mensen die het echt nodig hebben.

De verzorgingsstaat, dat betekent een overheid die centraal geleid de nationale huishouding richt op het welzijn van de burgers, zonder dat die burgers in de eerste plaats geacht worden voor zich zelf te zorgen. De afbraak van die overheid, dat is precies waar een verantwoordelijke regering zich op zou dienen te richten.

Links spreekt over een Amerikaans voorbeeld met een minimumstaat en dat is juist. Daar in Amerika bestaat er een veel beperktere vorm van verzorgingsstaat. Een, die in de zestiger jaren in het leven was geroepen door de democratische partij, maar in de tachtiger jaren onder de republikeinen Reagan en Bush zo snel mogelijk weer werd afgebroken.

Een vangnet voor degenen die buiten hun schuld niet in staat zijn voor zich zelf te zorgen, dat is geen verzorgingsstaat. Dat is fatsoenlijke burgerplicht en dat ligt in de lijn van wat hier sinds de zestiende eeuw al gedaan werd door onze christelijke voorouders. De wildgroei die sinds de vijftiger jaren heeft plaats gevonden, dat is de verzorgingsstaat waar nu een einde aan gaat komen, naar we mogen hopen.  De overheid is er niet voor de verzorging van de burgers maar voor de bescherming van de samenleving en voor het voorzien in de collectieve voorzieningen die dringend nodig en tegelijkertijd niet via de markt verkrijgbaar zijn. Daar hoort een vangnet bij, maar niet meer dan dat.

Het systeem van sociale verzekeringen en volksverzekeringen, waaronder de onbetaalbare zorg met haar malle zorgcontracten van verzekeraars met zorginstellingen, de vele subsidies, het oerwoud aan regels waarmee dat alles wordt aangestuurd, we moeten ervan af.

Het werkt niet goed, het geeft de samenleving de verkeerde prikkels, het neemt de middelen weg die onze samenleving zo dringend nodig heeft voor het herstel van de wel noodzakelijke voorzieningen, zoals onderwijs, verkeer en veiligheid en het laat ons land kwetsbaar voor internationale tegenwind, waar we de laatste paar jaar al een klein voorproefje van hebben gehad.

Min of meer bij toeval hebben we in de coalitie tussen de christelijke en liberale partijen nu een aantal rechtse kabinetten gehad die tegen de uitwassen van vijftig jaar links ten strijde wilden trekken. Daar is waarschijnlijk een democratische meerderheid voor te vinden, als de grote bevolkingsgroep gemobiliseerd kan worden, die kwam stemmen voor Pim Fortuyn maar die verder de neiging heeft om de politiek  links te laten liggen. Het zag ernaar uit dat Balkenende hier op uit was, maar het nog niet durfde te zeggen. Jammer, want dat scheelde hem stemmen. Hij had zo flink moeten zijn om uit naam van wat fatsoenlijk en redelijk is op te komen tegen wat alleen maar fatsoenlijk en redelijk klinkt, tegen links dus.

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .