De professionaliteit van de docent. 

Tegenstanders van het Nieuwe Leren zien de vakinhoudelijke kennis van de docent als de kern van zijn professionaliteit. Het Nieuwe Leren vormt een driedubbele bedreiging van die professionaliteit van de leerkracht. Zijn autonomie om zijn eigen vak naar ‘eigen inzicht’ te onderwijzen wordt beperkt Dat projecten vaak vakoverschrijdend zijn, zodat zijn kennis op onderdelen te kort schiet, is een tweede bedreiging. De derde bedreiging is de kans – en die is behoorlijk groot – dat de vakdocent wordt vervangen door een minder hoog opgeleide z.g. begeleider.

“De contacturen met vakdocenten nemen af, lager gekwalificeerde, want goedkopere begeleiders nemen hun plaats in en vaksecties worden ontmanteld tot jaarteams met thematische lesprogramma’s.”

De Vereniging voor Beter Onderwijs stelt dan ook dat een verbetering van het onderwijs begint bij eerherstel voor de vakdocent. Hij moet zijn autonomie terugkrijgen.

Voor de pleitbezorgers van het Nieuwe Leren schuilt de kern van de professionaliteit van de docent niet in de vakinhoud, maar in de pedagogiek en de didactiek. De centrale vraag is niet hoe loods ik de leerlingen door de lesstof, maar hoe organiseer ik het onderwijs zo dat leerlingen inzicht krijgen in het vakgebied? Daarvoor is het noodzakelijk om te zorgen dat leerlingen willen leren en dat ze snappen wat ze met de verworven kennis en vaardigheden kunnen doen. De professionele begeleider maakt leerlingen alert op wat ze nog niet weten, zodat ze hun inzicht kunnen verdiepen. “Een goede leraar stelt leerlingen wedervragen”.

Martin Sommer ontdekte tot zijn schrik dat de Onderwijsraad onlangs had geconstateerd dat studenten aan de lerarenopleidingen 80 procent van hun tijd besteden aan didactiek, pedagogiek en onderwijskunde. Nog maar een vijfde van de tijd zou in de vakinhoudelijke scholing zitten

Het nieuwe leren lijkt te laboreren aan de gebreken waaraan veel nieuwe systemen uit de gammawetenschappen lijden. Het doet andere dingen dan de uitvinders er van verwacht hadden.  Zo’n vervanging van beroepsleraren door goedkopere begeleiders is natuurlijk nooit de bedoeling geweest, maar het komt wel goed uit in een tijd van bezuinigingen. En ook dat in de leraren opleidingen nog maar 20% van de tijd  besteed wordt aan vakinhoudelijke zaken hoort je niet te verbazen. De nieuwe leraren worden nu op andere dingen afgerekend dan op hun vakinhoudelijke kennis en dan krijg je dat.

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie, onderwijs, wetenschap en filosofie. Bookmark de permalink .