Onze koloniale geschiedenis.

Bij Buitenhof was er eind vorig jaar een discussie tussen Dibbits, de directeur van het Rijksmuseum, de GroenLinkse politica Femke Halsema en een jonge man van wie de naam me is ontschoten. De gespreksleider was Pieter Jan Hagens. Onderwerp was de Nederlandse geschiedenis en de vraag of we ons daarvoor moesten schamen. Ik ben uit een tijd dat je op school betrekkelijk veel Nederlandse geschiedenis kreeg en leerde om daar trots op te zijn.

In het zevende deel van het verzamelde werk van Karel van het Reve staat een stukje over kolonialisme dat al weer betrekkelijk lang geleden is geschreven. Van Het Reve dacht dat in de toekomst, als de historici op deze tijd terug zouden kijken, ze de kolonisatie zouden zien als de export uit Europa van fatsoenlijk bestuur; dat de plunderingen van de inheemsen, die van tijd tot tijd plaats vonden, maar van ondergeschikte betekenis waren en dan vergeten zouden zijn. Nee dus.

Als je het objectief en in het groot bekijkt zou dat het geval moeten zijn, maar op persoonlijk vlak ervaren mensen dat toch kennelijk anders. Dat die kolonisatoren op gekleurde mensen neerkeken en hun samenleving voor niet-blanken ontoegankelijk bleef, dat vonden de gekoloniseerden persoonlijk ergerlijker dan het gevaar van amok lopende landgenoten waar ze door de Hollanders tegen werden beschermd.

Daar kun je je dus op verkijken, vooral als je ziet dat het gevaar toch wel zo groot werd ingeschat dat Chinezen en mensen van gemengd bloed massaal naar Nederland zijn getrokken na de onafhankelijkheid van Indonesië. Hier in Nederland werden ze behandeld als individuen en werd er niet als soort op ze neergekeken.

Wanneer je af ziet van dit persoonlijke negatieve aspect kun je niet anders dan constateren dat de koloniale tijd een zegen geweest is voor de Afrikaanse en Aziatische landen die hem hebben meegemaakt. Wat Indonesië betreft staat wel vast dat het land er helemaal nooit geweest zou zijn, als het niet door de Nederlanders was gesticht.

Kwam dit er nu in die discussie in Buitenhof enigszins uit? Op geen enkele manier! De vier gespreksdeelnemers vonden gezamenlijk en kennelijk vanzelfsprekend de koloniale tijd betreurenswaardig en als ze van mening verschilden dan ging het over het belang dat dit nog had voor de tegenwoordige tijd.

De jongere man, ik weet niet precies wat zijn beroep was, want het gesprek was al bezig toen ik de TV aanzette, wist kennelijk niet erg veel van geschiedenis en waarom hij voor het gesprek was uitgenodigd was niet erg duidelijk. Pieter Jan Haagens had zich zoals gewoonlijk goed voorbereid en wist wel waar hij het over had. Dat gold ook wel voor Dibbits, al concentreerde die zich naar mijn smaak te veel op de kunstvoorwerpen uit zijn museum en minder op de geschiedenis die ze geproduceerd had. Femke Halsema is een progressistische ideologe. Het was moeilijk anders te verwachten dan dat ze zich negatief uit zou laten over het koloniale verleden. Dat is nu eenmaal onderdeel van haar politieke achtergrond. Maar de redactie van Buitenhof zal deze mensen toch niet per ongeluk hebben uitgenodigd. Dan blijf je je afvragen, weten ze daar nu werkelijk niets van het verleden of is die redactie links radicaal en niet geïnteresseerd in de waarheid?

Ik denk eigenlijk het laatste en dat zou in een beschaafd land eigenlijk niet moeten.

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie en getagged met . Maak dit favoriet permalink.