Gebreken aan het strafrecht.

In het strafrecht spelen, zoals bekend, twee uitgangspunten een rol: het kwaad moet worden gestraft en de rechten van de burger tegenover de overheid moeten worden beschermd. Geen strafvervolging dus tot er wettig en overtuigend bewijs voorhanden is van een gepleegd delict. Pas daarna kan op de voorgeschreven wijze door middel van een gerechtelijk vonnis op die rechten inbreuk worden gemaakt, maar steeds met de nodige aandacht voor het welzijn van de veroordeelde en diens voorbereiding op een terugkomst in de samenleving.

Ik zou ter discussie willen stellen of de manier waarop rechten en belangen van de individuele burger aan de ene kant en de belangen van de samenleving aan de andere kant hier worden afgewogen wel de juiste is.

Die twee hierboven genoemde uitgangspunten van de strafwet zijn tot op bepaalde hoogte onverenigbaar en leiden tot vreemde anomalieën. Het is duidelijk dat een onschuldige burger, die in voorarrest genomen wordt, een zware aantasting van zijn rechten ondergaat. Dat wordt erkend en daarom vraagt de wet bewijs voor aanwezigheid van gegronde redenen voor verdenking in geval van voorarrest. Het risico dat de burger loopt om met justitie in aanraking te komen wordt voor het overige als onvermijdelijk gezien. Toepassing van de bijzondere rechtsmiddelen wordt alleen toegestaan als het gaat om een delict waar vier jaar of meer op staat. Nu de anomalieën:

Bij een reeks van economische en financiële delicten leert de ervaring dat men alleen voldoende bewijs kan vinden als huiszoeking, in beslagneming en voorlopige hechtenis worden toegepast. Op deze delicten wordt vier jaar of meer gezet uitsluitend om toepassing van de bijzondere rechtsmiddelen mogelijk te maken. Een vonnis dat in redelijke verhouding tot dat strafmaximum staat wordt zelden of nooit gewezen.

Een ernstige verdenking is niet zo maar een idee van een opsporingsambtenaar, de rechter eist behoorlijk wat bewijsmateriaal alleen al voor het bestaan van een rechtens relevante verdenking. Vaak is arrestatie en verhoor de enige manier om, met terugwerkende kracht als het ware, dat bewijs boven water te krijgen.

Huizen van bewaring en andere strafinrichtingen waar veroordeelden worden ondergebracht zijn in Nederland niet alleen kostbare, maar ook vrij comfortabele verblijven. De politiecellen waar onschuldigen worden vastgehouden, die zoals later blijkt ten onrechte van een misdrijf werden verdacht, zijn vaak smerig, slecht verlicht, stinkend en in ieder opzicht oncomfortabel.

Dat is allemaal geen toeval maar heeft een functie. Verreweg de meeste zaken komen rond door intimidatie en een daarop volgende bekentenis van de verdachte. Ons strafrechtsysteem sluit terecht marteling als middel van opsporingsonderzoek uit. Het onderbrengen van verdachten in zo onaangenaam mogelijke politiecellen, afgewisseld met intimiderende verhoren is het enige dat de opsporingsambtenaar kan doen om de verdachte een bekentenis af te dwingen. Soms, naar dan later blijkt, een valse bekentenis.

Het uitgangspunt dat de rechten van de (nog) niet veroordeelde burger beschermd dienen te worden strijdt met de efficiency van het opsporingsonderzoek en het bloed kruipt waar het niet gaan kan. De strafrechtwetenschap sluit voor dit fenomeen de ogen. We hebben daarom in de praktijk naast een symbolische bestrijding van de criminaliteit ook vaak een formele in plaats van een materiële bescherming van de rechten van de niet veroordeelde burger, die bij toeval met het strafrechtstelsel in aanraking komt.

Als waar is dat de rechten van burgers in het strafrecht met enige regelmaat met voeten worden getreden, ten dienste van een geslaagd opsporingsonderzoek, zou dan niet beter met open ogen een nieuwe afweging van de rechten van de burger en van de samenleving kunnen worden gemaakt? Zou het dan niet beter zijn wanneer de politie ruimere bevoegdheden kreeg, op de juiste toepassing waarvan vervolgens dan wel controle wordt uitgeoefend?

Als men ernst wil maken met het bestrijden van massaal gepleegde delicten dan is een her-afweging van de rechten van de burger en de samenleving een noodzakelijke eerste stap.

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .