Partij als blok aan het been.

De Centrumpartij, de lijst Pim Fortuijn, Trots op Nederland en de PVV, ze worstelden allemaal met hetzelfde probleem. Ze hebben hun grootste aanhang onder het slechtst geschoolde deel van de bevolking en moeten hun volksvertegenwoordigers rekruteren uit een onervaren aanbod dat eerder gretig is dan competent. Die vertegenwoordigers lopen bovendien een behoorlijke kans op een sociaal ostracisme en veel mensen die zich politiek in dit soort partijen wel vinden kunnen blijven er om sociale redenen buiten.

Wilders houdt zijn vertegenwoordigers in de Kamer en elders beter onder de duim dan zijn voorgangers, maar dat kost hem veel tijd en het vereist een discipline onder zijn aanhang die niet altijd kan worden opgebracht.

Vijf jaar geleden, op 14/12/13, stond daar een artikel over in NRC Handelsblad van de hand van Tom Meeus en Huib Modderkolk. Wilders had in een mail aan een paar fractieleden laten weten dat hij er niet van gediend was dat buiten hem  om via zijn voorlichtster gesproken werd over het inzetten van mensen in de Kamerdebatten.

Dat leek me heel verstandig van Wilders. Alleen als hij helemaal in de hand kan houden wat er namens hem in de Kamer wordt gezegd kan hij voorkomen dat ze daar kans zien om de partij om zeep te helpen, zoals dat Verdonk overkomen is en – postuum – ook Pim Fortuijn.

Als de grondwet het toe zou staan zou Wilders in zijn eentje de grootste partij van Nederland willen worden en op alle Kamerzetels van zijn partij tegelijk gaan zitten. Van zijn fractiegenoten heeft hij meer last dan gemak, dat blijkt steeds opnieuw. Alleen aan Agema en Bosma heeft hij wel wat en zijn jeugdvriendje Graus uit Venlo gunt hij diens zetel. Voor de rest ziet hij fractiegenoten als een noodzakelijk kwaad en daarin heeft hij wel gelijk.

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .