De euro.

De moeilijkheden met de euro gaan ons allemaal aan, ook de EU landen die niet tot de eurozone horen. Maar het gaat ons in Nederland en Duitsland meer speciaal aan, want onze economie is gebaseerd op een stabiele munt en als we die laten verzieken is dat een ramp die moeilijk te overzien zal zijn.
Het was verstandig om eerst te kijken of de euro in zijn oorspronkelijke vorm nog te redden was en zo ja wat daarvoor de meest efficiënte methode zou zijn geweest. Als het efficiënt was dat de redding in eerste instantie door de Noordelijke landen was gefinancierd dan zou dat de prijs zijn geweest die betaald had moeten worden en die later dan wel zou zijn verhaald op landen die wel profiteren maar die niet of minder gedeeld hadden in de kosten. Maar het was daarvoor intussen te laat  geworden.
Het lijkt onwijs om de feitelijke analyse, het formuleren van de fouten en de verwijten over en weer door elkaar heen te laten lopen. We moeten door en de toekomst is belangrijker dan het verleden.
De EU heeft niet een erg positieve rol gespeeld in het geheel maar dat was te verwachten. Dat Barroso en Juncker geen erg bekwame mensen zijn gebleken hoort niemand te verbazen. Waren ze dat wel geweest dan hadden ze daar niet gezeten, als voorzitters van de Commissie. Delors vond men buiten Frankrijk indertijd wat al te bekwaam en voortvarend en zo’n man wilden ze in de Europese hoofdsteden liever niet nog een keer.
De knappe koppen zitten tegenwoordig in Frankfurt bij de ECB, maar dat betekent niet noodzakelijk dat daar ook de oplossing voor een nieuwe stabiele munt vandaan kan komen. Het zou misschien beter zijn geweest om het noodfonds op te tuigen met eerste klas financiële mensen en met voldoende geld. In elk geval meer dan er nu voor is uitgetrokken. Dat fonds had dan vervolgens met een reddingsplan kunnen komen, dat ze dan zelf hadden mogen uitvoeren. Als het plan zinnig was geweest en de steun had gekregen van de belangrijkste landen, was de financiering trouwens van zelf wel gekomen. Op een gegeven ogenblik was snel en doortastend handelen belangrijker geworden dan de vraag wie de rekening zou betalen voor het mislukken van de euro. In ieder geval werd de schade progressief hoger, hoe langer men wachtte met de vereiste maatregelen. Maar dat de zuidelijke en de noordelijke landen niet in dezelfde munt bleven zitten als ze verstandig waren, was duidelijk geworden.
In plaats van de euro overeind te houden hadden we beter kunnen gaan nadenken hoe we de samenwerking in Europa konden redden en wat er daarvoor in Brussel had moeten veranderen. Doorgaan, zoals we dat de voorgaande tien jaar gedaan hadden, was zinloos geworden en is nu nog steeds zinloos.

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in europa, geld en economie. Bookmark de permalink .