Evolutie en doelgerichtheid.

Alle evolutiebiologen, inclusief Darwin zelf, spreken over de evolutie in teleologische termen, al beweren ze nog zo hard van niet. De leeuw heeft klauwen gekregen om zijn prooi vast te houden en te doden. De walvis, familie van het nijlpaard, trekt definitief het water in en bouwt zijn poten om tot vinnen om te zwemmen zoals de eerste amfibieën hun vinnen hadden omgebouwd tot poten om te lopen. Een gazelle heeft zijn snelle bouw om aan roofdieren te ontkomen. Allemaal puur teleologisch.

Tegelijkertijd kenmerkt zich de evolutietheorie van Darwin door de afwijzing van het intelligent design en iedere andere vorm van gerichtheid van het evolutieproces. Soorten passen zich aan de omstandigheden aan die de natuur hun biedt of zij verdwijnen. Terugkijkend vanuit het heden lijkt het alleen maar dat de huidige soorten de eindproducten zijn van een doelbewuste en stapsgewijze ontwikkeling. Maar de gelijkenis tussen een immanente doelgerichtheid en natuurlijke selectie is heel sterk. Zij doet denken aan de overeenkomst tussen inertiemassa en zwaartekrachtmassa, waarvan, zoals bekend, pas Einstein heeft vastgesteld dat het twee aspecten zijn van een en hetzelfde verschijnsel.

Is, met andere woorden, een aanpassing aan de natuurlijke omstandigheden door variatie in de soort, een selectie die plaats vindt door het overleven en de voortplanting van geschiktere exemplaren en door teeltkeuze wel werkelijk iets anders dan een intelligent design, zolang dat laatste correct wordt gedefinieerd?

Wat is menselijk doelgericht handelen precies, waarvan het begrip intelligent design is afgeleid? Het bepalen van een doel is immers kiezen tussen mogelijkheden, die ons door middel van de werkzaamheid van onze hersenen worden gepresenteerd. De mogelijkheden worden afgewogen, de beste wordt geselecteerd, een duidelijke overeenkomst met de natuurlijk selectie, toch?

Het intelligent design dat door de gelovigen aan God wordt toegeschreven is een vorm van antropomorfisme, God overweegt en kiest het beste plan, maar in feite selecteren de omstandigheden. Ik geef toe, niet volgens een plan, maar dat maakt alleen verschil als je de factor tijd in de beschouwing betrekt. Doe je dat niet, dan is achteraf gezien de natuurlijke selectie ook een soort plan. Een kwestie van definitie, toch?

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie, wetenschap en filosofie. Bookmark de permalink .