Een advies uit Griekenland.

Jason Manolopoulos, een Griekse econoom, pleitte voor een herinvoering van de D-Mark. Hij noemde het niet zo, maar wat hij wilde en schreef in zijn artikel in de Volkskrant van 8/6/12 kwam daar wel op neer.

Wanneer we niet hechten aan namen en procedures, maar kijken naar wat hij daadwerkelijk zei te willen bereiken, dan was dat een herinvoering van een munt onder Duitse politieke en economische controle in een economische zone waar men er een en dezelfde economische politiek op na hield.

Het is evident dat die zone er niet komen gaat in een EU met de organisatie die we er sinds de verdragen van Maastricht, Amsterdam, Nice en Lissabon op na houden. Dat weet men bij de EU  in Brussel ook wel, maar daar ziet men Lissabon en al die andere Europese verdragen als stapjes op een lange weg naar een federaal Europa. Maar dat federale Europa gaat er niet komen. De mensen in de lidstaten willen het niet en het is daarom geen democratisch haalbare kaart. De EU voorziet niet in dwang en een federatie zonder dwang zou een historisch novum zijn. Een gedisciplineerde gezamenlijke economische politiek en wederzijdse hulp zal afhankelijk zijn van de vraag of Duitsland daar met succes het voortouw bij gaat nemen en of Frankrijk zich bij een positie op de tweede rang neer zal leggen.

De Europese samenwerking was tot nu toe in de ogen van de meeste mensen een speeltje van de Europese politici. We deden alsof het belangrijk was, maar het was in feite een zijtoneel. Je kon dat merken aan de magere hoeveelheid publiciteit die de EU kreeg

Wat belangrijker was, de afgelopen zestig welvarende jaren, was het afschaffen van de economische handelsbelemmeringen in Europa en van de onderlinge  vetes. Voor de rest was het een Brussels circus, waar niemand veel aan had maar dat ook weinig kwaad deed. De komende decennia gaat er veel veranderen in de wereld en die veranderingen worden cruciaal. Dan zullen we het niet langer zonder een goed georganiseerde samenwerking kunnen doen in Europa. Het is daarom van groot belang dat die nu snel georganiseerd wordt op een manier dat we er wel wat aan hebben. Brussel staat aan zo’n samenwerking in de weg en kan daarom maar het beste verdwijnen.

Maar de ECB is een goed voorbeeld van hoe het wel zou kunnen en het noodfonds is dat in feite ook. Die instituten worden bemand door deskundigen en de controle en beslissingsbevoegdheid is in handen van serieuze politici en niet van amateurs als Verhofstadt en van Baalen. Langs de weg van afzonderlijk doelorganisaties zullen ook de andere terreinen van samenwerking moeten worden georganiseerd en dan kan door het circus in Brussel een grote streep.

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .