Van 77 naar 13.

In de Angelsaksische landen wordt het als de essentie van een democratisch kiessysteem gezien dat de kiezer een regering, die het in zijn ogen slecht gedaan heeft, naar huis kan sturen en dat hij een partij die hij niet ziet zitten buiten de regering kan houden. Aan dat criterium voldoet het Nederlandse kiessysteem niet.

In Nederland waren er vanouds drie grote en een reeks kleinere partijen; dat alleen al maakte het moeilijk er een weg te sturen. Tegenwoordig zijn er eigenlijk alleen nog kleinere partijen, zodat het nu helemaal niet meer te doen is om zeker te stellen dat een partij die het slecht gedaan de volgende keer niet terugkomt. Bij uitzondering kregen de VVD en de PvdA bij de voorlaatste verkiezingen veel stemmen omdat die in de ogen van de kiezers elkaar uitsloten. Veel kiezers stemden in september 2012 strategisch en Angelsaksisch. Maar die twee partijen reageerden Nederlands. Na de verkiezingen sloten ze prompt een coalitie. Eigenlijk zijn het allemaal een soort CDA ’s,  je kunt alle kanten met ze op en wat ze voor de verkiezingen zeggen telt daarna niet. Vanwege het landsbelang zeggen ze dan.

Het CDA heeft vanaf 1956 de volgende uitslagen gescoord, maar met uitzondering van 2 kabinetten Kok hebben ze doorgeregeerd tot Rutte II. Moet U die trend eens goed bekijken.

 

1956 – 77 zetels – (KVP 49, ARP 15, CHU 13)

1959 – 75 zetels – (KVP 49, ARP 14, CHU 12)

1963 – 76 zetels – (KVP 50, ARP 13, CHU 13)

1967 – 69 zetels – (KVP 42, ARP 15, CHU 12)

1971 – 58 zetels – (KVP 35, ARP 13, CHU 10)

1972 – 48 zetels – (KVP 27, ARP 14, CHU 7)

1977 – 49 zetels – (CDA)

1981 – 48 zetels

1982 – 45 zetels

1986 – 54 zetels

1989 – 54 zetels

1994 – 34 zetels

1998 – 29 zetels

2002 – 43 zetels

2003 – 44 zetels

2006 – 41 zetels

2010 – 21 zetels

2012 – 13 zetels.

Hoe veel duidelijker kunnen kiezers laten weten dat een partij zijn tijd gehad heeft? In ruim vijftig jaar terug van 77 naar 13. Iets dergelijks gebeurt nu met de PvdA. De bevolking wil ze niet meer, de twee partijen van het oude bestel. Ze willen eigenlijk het hele politieke bestel niet meer.

In Amerika en de andere Angelsaksische landen valt er wel wat te kiezen. Als de Democraten het daar slecht gedaan hebben of de kiezers hebben even genoeg van die partij dan hebben ze een duidelijk alternatief, de Republikeinen. Als de kiezers de Democraten een meerderheid bezorgen weten ze zeker dat die de regering gaan vormen. Dat systeem heeft zeker ook nadelen: iedere nuancering is weg. Je hebt maar twee keuzes en meer smaken zijn er niet. Maar een partij die het slecht gedaan heeft kun je naar huis sturen en uit een oogpunt van democratie is dat de belangrijkste keuze die de kiezers maken, de ultieme controle op de politiek.

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Nederland, politiek. Bookmark de permalink .