Wetenschappelijk.

Op een ochtend, alweer een aantal jaar geleden, kwam de wetenschap in het ontbijtnieuws twee keer langs. De eerste keer in de persoon van e.t. minister Wijn die kwam vertellen dat het nu wetenschappelijk was vastgesteld dat de klacht over discriminatie van allochtonen door werkgevers nergens op sloeg. Als ze hun school maar afmaakten kregen allochtonen even veel kansen als Nederlandse jongeren.
Even later kwamen twee jongeren met een Duits accent en gel in hun haar vertellen dat er journalistiek-wetenschappelijk wel het een en ander aan te merken was geweest op de verslaggeving na de moord op van Gogh. Dat leidden de onderzoekers af uit de reacties van het publiek, vooral het publiek dat veel kranten las en veel naar de TV keek. De publieke opinie was een tijd lang sterk negatief tegen allochtonen geweest, maar gelukkig herstelde die zich later weer onder invloed van meer genuanceerde berichtgeving.
Ik denk niet dat ik de enige was die beide berichten moeilijk serieus kon nemen. Het eerste vanwege de beschrijving van het wetenschappelijk onderzoek, dat leek te zijn gebaseerd op interviews met werkgevers. Kennelijk hadden die in koor geantwoord dat ze niet discrimineerden. Integendeel, ze letten alleen op algemeen maatschappelijk aanvaarde criteria, zoals een afgemaakte schoolopleiding.

De twee jongeren die geïnterviewd werden door de ontbijtdame Marcus, die het best goed deed vond ik, zagen er onwetenschappelijk uit en ze klonken cabaretesk. Maar als ze wilden beweren dat de invloed van de pers op de publieke opinie groot is, dan kan dat heel goed wetenschappelijk zijn vastgesteld. Ik geloof dat eigenlijk zonder wetenschappelijk onderzoek ook wel. De pers wordt beïnvloed door de publieke opinie en heeft daar omgekeerd invloed op. Zo is het waarschijnlijk, maar terecht vroeg Marcus de beide heren ook of ze dat fout vonden, zo’n beïnvloeding. Nu nee, in het algemeen niet, maar ze vonden wel dat er in de journalistenopleiding aandacht aan moest worden gegeven. Dat daarin als het ware rampscenario’s moesten worden getraind zodat bij toekomstige moorden door allochtonen niet onnodig negatieve emoties meer zouden worden opgewekt.
Het begrip ‘wetenschappelijk’ is in het taalgebruik een synoniem geworden voor betrouwbaar of “niet voor tegenspraak vatbaar”. Zelden wordt erbij gezegd hoe de wetenschappelijke feiten of opvattingen tot stand zijn gekomen. Met name als het om sociologisch onderzoek gaat, zou daar eigenlijk een wetenschappelijk voorschrift voor moeten zijn. Daar zou misschien het beste een codering voor gebruikt kunnen worden. Bijvoorbeeld, als een onderzoek gebaseerd is op de meting of waarneming van feiten of gebeurtenissen, waarvan door ieder ander kan worden vastgesteld dat ze hebben plaats gevonden als aangegeven, dan mag vermeld worden onderzoek a. Als het onderzoek gebaseerd is op een opiniepeiling wordt vermeld: onderzoek b. Als het opinieonderzoek voldoet aan door het TNO vast te stellen criteria: onderzoek b1. Als dat niet het geval is b2 enz., zodat je een beetje zicht hebt op de kwaliteit van het geheel.
Te vaak zie je uitslagen van het soort onderzoeken als waar minister Wijn zo te zien zijn conclusies op baseerde. Heel vaak lopen feitelijke en normatieve opvattingen daarbij door elkaar zoals bij de twee jongeren. Zelden wordt de nauwkeurigheid waarmee metingen zijn verricht vermeld en vaak worden cijfers van zeer uiteenlopende betrouwbaarheid bij elkaar opgeteld of worden andere ongeoorloofde bewerkingen uitgevoerd met de resultaten. Zolang het woord wetenschappelijk vrij gebruikt mag worden zonder dat er een wetenschappelijk verantwoord kwaliteitsmerk aan hangt, is het in wezen inhoudsloos en zou er geen aandacht meer aan moeten worden geschonken.

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in wetenschap en filosofie. Bookmark de permalink .