Het tweede Wildersproces.

Het tweede Wildersproces is het merkwaardigste strafproces dat ik heb meegemaakt. Het eindigde in een veroordeling zonder strafoplegging, waar vervolgens niet alleen de officier maar ook de verdachte tegen in hoger beroep is gegaan.
Die veroordeling zonder straf gebeurde volgens de rechtbank omdat het er alleen maar om ging vast te stellen waar in zulke gevallen de grenzen liggen van de vrijheid van meningsuiting. Maar Wilders II voldoet tot nu toe aan alle kenmerken van een showproces.
Een showproces of propagandaproces is een rechtszaak waarbij de uitkomst (schuldigverklaring van de verdachte) al bij voorbaat vaststaat. Doel van een showproces is om tegenover derden, zowel de eigen bevolking als het buitenland, een schijn van legitimiteit op te wekken, of om de verdachte te vernederen.
Ik geef u een reeks citaten uit het vonnis waaruit het karakter van showproces met duidelijkheid naar voren komt.
“Dit is géén politiek proces want ook een democratisch verkozen volksvertegenwoordiger zoals verdachte staat niet boven de wet. Ook op hem is het recht van toepassing. En ook voor hem is de vrijheid van meningsuiting begrensd. Wanneer hij als politicus uitlatingen doet die over die grens gaan, in die zin dat zijn gedrag een strafbaar feit oplevert, leidt het vaststellen van die overschrijding – en de strafvervolging daarvoor – echter niet tot een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Het betreft dan immers geen uitlatingen die eerst wél en later níet meer gedaan mochten worden. Het gaat om uitlatingen die van meet af aan niet werden beschermd door de vrijheid van meningsuiting.”
( de opmerking van Wilders die hem dit proces heeft opgeleverd was werd gemaakt tijdens een toespraak op de uitslagenavond van zijn partij in Den Haag. Daarin vroeg hij zijn aanhang of ze meer of minder Marokkanen in de stad wilden. De zaal scandeerde daarop “minder, minder”. Daarop zei Wilders: “Dat gaan we regelen”. Wat daar beledigend aan is, is een raadsel. Het is wat Wilders altijd zegt als het onderwerp aan de orde komt.)
“Het standpunt van verdachte dat hij bij een veroordeling wordt beperkt in zijn mogelijkheden om zich te uiten en problemen die hij als politicus waarneemt te benoemen, is dan ook evident onjuist. Een veroordeling betekent slechts dat hij ten aanzien van de strafbare uitlatingen niet wordt beschermd door de vrijheid van meningsuiting. Niets meer en niets minder.”
( Dit standpunt van de rechter lijkt evident onjuist. Het is de taak van de rechter om te beslissen of de vraagstelling van Wilders rechtmatig is of onrechtmatig. Niet valt in te zien wat er onrechtmatig is aan de wens om in Nederland minder Marokkanen te hebben. De Nederlandse misdaad statistieken en daarmee de Nederlandse samenleving zouden er fors op vooruit gaan als de politieke desiderata van Wilders op dit punt werkelijkheid zouden worden. Zolang er maar voor gezorgd wordt dat de uitzettingen tot criminelen worden beperkt. Maar aangezien dat er zo veel zijn zou dat alleen al zeker een forse vermindering van het aantal Marokkanen opleveren.)
Ook in zijn laatste woord heeft verdachte zich bepaald niet onbetuigd gelaten.
De rechtbank acht deze reacties een gekozen volksvertegenwoordiger en medewetgever die een te respecteren plaats in de Nederlandse democratische rechtsstaat inneemt, onwaardig.”
(Rechters zijn er niet om een progressieve politiek te bevorderen. Ze zijn er om recht te spreken en dat is in dit geval niet gebeurd.)
“Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte met zijn vraag binnen de Nederlandse samenleving een hele bevolkingsgroep apart gezet. Deze groep kan in de visie van verdachte, anders dan andere landgenoten, immers minder aanspraak maken op verblijf in Nederland en moet in omvang slinken. De hele Marokkaanse bevolkingsgroep wordt weggezet als minderwaardig ten opzichte van andere Nederlanders. “Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de gewraakte tekst, in samenhang met de rest van de speech, zonder meer denigrerend en daarmee beledigend is voor de bevolkingsgroep Marokkanen. Het strafbaar stellen van dergelijke uitlatingen is naar het oordeel van de rechtbank dan ook noodzakelijk in een democratische samenleving.”
(strafbaar stellen is een taak voor de wetgever en niet voor de rechter. En Wilders heeft de Marokkanen niet apart gezet dat doen ze zelf. Hij constateert alleen dat ze een ongewoon groot aantal misdrijven plegen, wat waar is en dat hij er daarom liever minder dan meer van ziet, wat zijn recht is)
Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat de uitlatingen van verdachte op 19 maart 2014 niet worden beschermd door het recht op vrijheid van meningsuiting zoals dat is neergelegd in artikel 10 van het EVRM.” De strekking van de uitlatingen is namelijk onmiskenbaar om een onderscheid te maken tussen Marokkanen en andere bevolkingsgroepen in Nederland. De rechtbank ziet in de gegeven omstandigheden aanleiding te volstaan met de vaststelling dat verdachte zich als politicus schuldig heeft gemaakt aan groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie. Daarmee acht de rechtbank hem voldoende gestraft.
(Dit is een herhaling van de rechtbank eerder zei en weer moet je daarbij opmerken dat het de Marokkanen zelf zijn die het onderscheid veroorzaakt hebben. Heel vervelend voor een minderheid van goedwillende Marokkanen , maar daar moeten ze hun criminele broeders op aankijken en niet Wilders.)
Verdachte zal dus schuldig worden verklaard zonder oplegging van straf.”
(Voor zover de omvang van de straf de ernst van de overtreding bepaalt was dit een juiste strafoplegging, maar het betekent tegelijk dat het voeren van het strafproces tegen Wilders een onrechtmatige daad was)

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in recht, staatsrecht, strafrecht. Bookmark de permalink .