Uitwassen in ons strafrecht.

De meeste Europese landen hebben een systeem waarin incidentele verkeerde beslissingen van rechters kunnen worden gecorrigeerd. Als dat een enkele keer niet blijkt te kunnen, nemen we daar genoegen mee onder het motto dat geen systeem perfect is en dat fouten nu eenmaal onvermijdelijk zijn. Maar wat als fouten systematisch voorkomen en mensen onbestraft blijven voor hun misdrijven, omdat rechters van mening zijn dat de handelingen in kwestie wellicht niet strafbaar zijn in het culturele milieu waar de dader uit stamt?
Een Duitse rechter heeft onlangs een Turk vrijgesproken van verkrachting nadat die een vrouw gedwongen had seks met hem te hebben en wel zo fors dat ze veertien dagen niet kon lopen. De vrouw deed aangifte en de rechter verklaarde in zijn vonnis dat het misschien in Turkse kring voor een wild soort seks kon doorgaan en dat er in zijn ogen onvoldoende bewijs was dat de dader wist dat wat hij deed ook misdadig was. Desgevraagd achtte ook het slachtoffer het wel mogelijk dat de dader er zo over dacht, maar ze had toch hard genoeg geroepen dat ze er niet van gediend was.
Een Arabier verkrachtte in een Oostenrijks zwembad een tienjarige jongen en werd vervolgens veroordeeld conform de daarvoor geldende strafrechtelijke bepalingen. Hij verontschuldigde zich bij de rechter met het argument dat hij in een seksuele noodtoestand verkeerde omdat hij al vier maanden geen seks had gehad. De jongen had het gebeurde gerapporteerd bij de badmeester, die vervolgens de politie erbij had gehaald die de verkrachter ter plekke arresteerde. Veroordeling volgde, maar in hoger beroep werd de Irakees vrijgesproken, omdat de rechters dachten dat hij mogelijk echt gemeend kon hebben dat de jongen met de seksuele handelingen had ingestemd. Dat was wel niet zo, maar de dader had het misschien kunnen denken. Kennelijk vonden de rechters tegen deze achtergrond de straf in eerste instantie van minimaal zes jaar gevangenisstraf en €4,700 boete wat aan de hoge kant, maar vrijspraak was natuurlijk ridicuul.
Deze incidenten staan niet op zich. Rechters beschouwen zich als de vertegenwoordigers bij uitstek van onze westerse progressistische cultuur en zien verdraagzaamheid tegenover mensen uit ander culturen als een van de verworvenheden die zij horen te verdedigen. Dat leidt tot het paradoxale resultaat dat geweldplegingen steeds vaker voorkomen en dat we het punt genaderd zijn dat er van de integratie van de nieuwkomers in onze samenleving helemaal geen sprake meer is. Je hoort tegenwoordig ook weinig meer van het geweld dat tussen allochtonen onderling wordt gepleegd, omdat men daar vindt dat sommigen onder hen zich onvoldoende loyaal tonen tegenover de eigen groep. Maar spreek met politiemensen en je zult horen dat het steeds vaker voor lijkt te komen.
Gisteren werd bij Buitenhof uitgelegd hoe deze houding van progressieve rechters gesteund door een progressistische pers moet worden getypeerd: als cultuurmarxisme. Ik had de uitdrukking nooit eerder gehoord. Maar er werd daar een interessante discussie gevoerd tussen Sid Lukkassen, die er een boek over had geschreven en Casper Thomas van de Groene Amsterdammer, die zich een voorstander toonde van het verschijnsel.
Jammer genoeg was er geen strafrechtjurist bij de discussie uitgenodigd die had kunnen uitleggen dat het voor een misdrijf niet nodig is dat de pleger ervan het wetboek van strafrecht voldoende kent om de eigen strafbaarheid op te kunnen zoeken.
Rechters zouden dit elementaire onderdeel van hun vak moeten beheersen, zou je zeggen en dat doen ze natuurlijk ook. De overweging dat de dader in het geval van de tienjarige jongen misschien gemeend kon hebben dat die jongen instemde is volkomen irrelevant en natuurlijk wist die rechter dat. Ook in het geval van de jonge vrouw was het feit dat hij instemming van de vrouw overbodig vond, misschien wel aan diens cultuur te wijten maar ook dat is strafrechtelijk irrelevant.
Wat moet je met zulke rechters? Hier is toch sprake van een bewuste negering van de eigen rechtsregels. Rechters die op deze manier de rechtsstaat ondermijnen vormen toch een gevaar voor de samenleving, of denkt U daar anders over?
Zou er niet om te beginnen een commissie van deskundigen moeten komen die vaststelt dat deze houding van rechters de integratie van nieuwkomers belemmert in plaats van die te bevorderen? En als dat eenmaal vaststaat, zouden we dan niet het beste in Europees verband veranderingen in het strafrecht kunnen aanbrengen die de samenleving beter tegen dit soort uitwassen kunnen beschermen?
Rechters worden weliswaar voor het leven benoemd, maar nergens staat dat ze in strafkamers moeten blijven zitten als ze eenmaal bewezen hebben daar niet geschikt voor te zijn

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in strafrecht. Bookmark de permalink .