benoemingen in de HR.

Martin Sommer pleitte in de Volkskrant van 19/3/11 voor een Kamerverhoor van voorgedragen kandidaten voor de Hoge Raad, Zoals dat in de VS ook gebeurt. Dat deed hij naar aanleiding van de affaire rond de benoeming van Ybo Buruma, de hoogleraar strafrecht uit Nijmegen.
Die heeft een verleden als links activist, heeft meegeschreven aan het verkiezingsprogramma van de PvdA en is een verklaarde tegenstander van de PVV. Op dat moment werd Geert Wilders nog vervolgd en vond die het ongepast dat iemand met de opvattingen van Buruma in de Hoge Raad werd benoemd, terwijl hij misschien nog over zijn zaak zou komen te oordelen.
Ik denk dat iedere staatsrechtgeleerde het wel met Wilders eens zou zijn op dit punt, maar Buruma is geen staatsrechtgeleerde. Hij is criminoloog en strafrechtkundige van huis uit en een verklaarde tegenstander van wat hij juridisch geneuzel noemt. Hij is een vriend en de opvolger als hoogleraar straf- en strafprocesrecht in Nijmegen van Geert Corstens, de e.t. president van de Hoge Raad. Dat verklaart misschien wel zijn benoeming maar niet de timing ervan. Die was hoogst ongelukkig, zolang het proces tegen Wilders nog liep.
Een Amerikaans soort verhoor door de Kamer, maar dan op een beter tijdstip, zou in het belang van Buruma zelf en van de Hoge Raad zijn geweest. Als duidelijk was geworden dat alles wat er rond zingt op het internet over Buruma’s activiteiten in zijn studententijd overdreven is en uit zijn verband gerukt, dan zou er misschien ook rust komen bij de achterban van Wilders. Het afnemend gezag van de rechterlijke macht is een aanslag op de rechtsstaat en de rechtsstaat is een basisvoorwaarde voor de democratie. Daar horen geen risico’s mee te worden genomen.

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in recht, staatsrecht. Bookmark de permalink .