De moord op Nicole van der Hurk.

Nicole van der Hurk, die in 1995 werd vermoord, niet ver van de woonplaats van Van der Graaf, had de reputatie seksueel gemakkelijk benaderbaar te zijn. Van dat soort meisjes wordt minder snel gedacht dat ze verkracht zijn dan van anderen.
Jos van der Graaf, de verdachte in deze zaak, heeft een geschiedenis van verkrachtingen en de DNA sporen die op het lijk van Nicole van den Hurk zijn gevonden, zouden van hem afkomstig kunnen zijn.
Zeker is dat laatste niet. In een TBS inrichting zou Van der Graaf aan twee mede gedetineerden hebben verteld dat hij iemand vermoord had, maar die getuigen werden onvoldoende betrouwbaar geacht. Onder meer omdat voor de informatie die zou leiden tot oplossing van de zaak een beloning was uitgeloofd.
Een en ander bleek niettemin genoeg voor een veroordeling van Van der Graaf voor verkrachting, maar niet voor moord.
Erg logisch lijkt dat niet. De kans dat iemand het meisje verkracht heeft en dat ze vervolgens door iemand anders zou zijn vermoord, lijkt uitermate klein. Dat de bewijzen tegen Van der Graaf door de rechtbank voor moord onvoldoende worden geacht is aan de andere kant begrijpelijk. Vooral bij een zware tenlastelegging als deze hebben rechters de neiging om hogere eisen te stellen aan het bewijs, dan in andere gevallen. Zodra ze bij zich zelf of desnoods bij een van hen, maar een spoor van twijfel erkennen, bestaat de neiging om vrij te spreken als de gevolgen van een veroordeling voor de verdachte heel zwaar zouden zijn.
Anders dan veel mensen denken is het vrijwel nooit zo, dat bewijs honderd procent waterdicht is. Als je er rekening mee houdt dat mensen kunnen liegen en dat er geknoeid kan zijn met technisch bewijs, dan blijft er altijd wel een spoor van twijfel over. Maar rechters zijn niet paranoïde en als ze zich voldoende overtuigd voelen dan veroordelen ze, zolang de kans dat er iets mis is met het bewijs erg klein lijkt.
Een en ander leidt er volgens recent onderzoek wel toe dat in een verrassend hoog percentage een foutieve veroordeling plaats vindt.
In zijn nieuwe boek noemt wetenschapsfilosoof Ton Derksen foutpercentages van tussen de 4 en de 11 procent. Bij moord en verkrachting liggen de foutpercentages volgens hem tussen de 7 en 15 procent. 17 Procent foutieve veroordelingen houdt hij in dit soort zaken ook voor mogelijk.
Dat veroordeeld wordt, ook als dat achteraf ten onrechte blijkt, zou liggen aan de zware aantasting van de rechtsorde door dit soort misdrijven, die eisen dat er een veroordeling plaats vindt en die niet verdragen dat iemand van wiens schuld het publiek overtuigd is, vrijuit gaat. Ieder jaar zouden zo’n duizend burgers ten onrechte worden veroordeeld, schat Derksen.
Ik laat deze cijfers even voor wat ze zijn. Terug komend op de zaak Nicole van der Hurk lijkt het veel waarschijnlijker dat Van der Graaf het wel gedaan heeft dan dat hij onschuldig is. Dat zal in elk geval wel de reden zijn geweest dat hij veroordeeld is voor de verkrachting. Daarbij speelt een rol dat hij als verkrachter een verleden heeft en als moordenaar niet. Maar als de vrijspraak van moord in hoger beroep stand houdt, dan gaat met grote waarschijnlijkheid ook de verkrachting voor de bijl. Of allebei of geen van twee, iets anders is logisch niet goed mogelijk.
Gezien de verontwaardiging die er nu al is over de relatief lichte straf die Van der Graaf is opgelegd zou dat laatste voor de rechtspraak in Nederland in de kringen van de familie van der Hurk geen plus zijn en misschien ook wel niet bij het grote publiek. Daar is de eerbied voor de rechterlijke macht de laatste jaren niet meer wat hij ooit geweest is en ook daar houden rechters rekening mee. Dat zullen ze nooit toegeven en dat is heel begrijpelijk, maar het gebeurt wel.
Het hoger beroep in deze zaak, dat zowel door de verdediging als door het OM is aangetekend, belooft dus interessant te worden.

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in maatschappelijk, recht, strafrecht. Bookmark de permalink .