Communicatiewetenschappen.

Wat een goed stukje van Rosanne Hertzberger[1]. Inderdaad zijn er opleidingen genoeg in de zogenaamde geesteswetenschappen die allemaal veel gemakkelijker extra studenten kunnen accommoderen dan de bèta faculteiten en ze heeft ook gelijk op dat andere punt: bèta wetenschappen zijn veel belangrijker voor de samenleving dan de gammavakken. Beleefdheidshalve noemde ze in dit verband twee geesteswetenschappen waar ieder beschaafd mens nog wel iets mee heeft en zweeg ze over de onzinwetenschappen waar ze eerder wel eens de draak mee heeft gestoken, zoals communicatiewetenschappen en sociologie.

Dat de overheid de wetenschappen financiert die we het hardste nodig hebben, vind ik terecht, Mensen die daar op grond van het gelijkheidsbeginsel bezwaren tegen hebben en die zelf filosofie hebben gestudeerd laten zien dat ze dat niet met voldoende vrucht hebben gedaan. Het gelijkheidsbeginsel houdt in dat je alleen op zinnige gronden onderscheid mag maken en dat is nu precies wat minister Plasterk deed.

Ik pluk twee zinnen uit het stuk van Herzberger die ik erg overtuigend vind: ‘Dit land bulkt van de mensen die alleen maar waarde rondschuiven in plaats van waarde creëren’. Dat vond ik mooi gezegd en treffend ook. De tweede zin was ‘Op een bepaald moment zijn er toch gewoon genoeg communicatie wetenschappers’?

Over die laatste zin wil ik het verder hebben.

In de NRC van vandaag[2] staat een stuk van een communicatie wetenschapper en het bezwaar dat ik tegen dat stuk heb is dat het zo onduidelijk communiceert wat de schrijver bedoelt.

De auteur, Mark Deuze, is als hoogleraar Mediastudies verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Centraal in het werk van Deuze staat kritische reflectie op de interactie tussen (nieuwe) media en maatschappij, met name op het gebied van professionele mediaproductie en mediagebruik. Hij heeft veel geschreven over internetjournalistiek en digitale cultuur. Van 1988 tot 1992 studeerde Deuze journalistiek aan de Fontys Hogeschool in Tilburg, maar hij heeft ook aan de Vrije Universiteit in Amsterdam gestudeerd, en aan de Universiteit in Witwatersrand in Zuid Afrika. Hij is verbonden geweest aan de afdeling Telecommunicatie van de Indiana University in Bloomington, Indiana. Van 2007 tot 2011 was hij deeltijd hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media op persoonlijke titel bij de Universiteit Leiden[3].

Vandaag schrijft hij in de NRC over Perdiep Ramesar, de Hindoestaan die bij Trouw ontslagen is wegens bronnen fraude.

In zijn artikel wil hij aan de NRC lezer communiceren wat de betekenis geweest is in deze affaire van het feit dat Ramesar een Hindoestaan en dus een allochtoon is.

Een willekeurige lezer van de NRC die Trouw kent als een krant met een progressieve moraal zal ongeveer denken wat ik schreef op 22 december j.l.:

Bij het dagblad Trouw, ‘misschien wel de beste krant van Nederland’,  is een journalist ontslagen, die zijn bronnen verzon. Het ging om iemand van Hindoestaanse afkomst met de naam  Perdiep Ramesar.

Bij nader onderzoek bleek hij dat verzinnen al jaren te doen. Het  was anderen bij de krant ook wel opgevallen dat hij over zijn bronnen altijd wat vaag was, maar men had zijn mond gehouden want het betrof hier een allochtoon. Dat is een mooi voorbeeld van omgekeerde discriminatie. Ik bedoel ermee het type gedrag dat je in Nederland veel tegenkomt en dat hieruit bestaat dat mensen hun spontane ethische reactie wantrouwen, omdat ze vooral niet tot de verachtelijke categorie van de racisten willen worden gerekend.

Maar Mark Deuze schrijft iets veel ingewikkelders. Ik doe mijn best om het zo goed mogelijk voor U samen te vatten maar als U het niet helemaal volgen kunt kan ik me dat toch voorstellen.

Hij verwijst naar Tofik Dibi die op zijn weblog heeft gewezen op de enorme behoefte aan smeuïge verhalen over de multiculturele samenleving en het gebrek aan allochtone journalisten op de redacties. Daardoor komt de enkele allochtone collega, volgens Deuze in een welhaast onmogelijke positie, belast als hij is met het gewicht van de hele multiculturele samenleving. Toch is de zorg om het beperkte aantal allochtonen op de  redacties maar beperkt. Onderzoek suggereert[4] steevast dat de bedrijfscultuur van een krant veel meer invloed heeft op ‘nieuwswaarden en selectieprocessen’[5] dan het al dan niet aanwezig zijn van minderheden op de redactie, zoals vrouwen, jongeren of allochtonen.

Dat zo’n cultuur in stand blijft komt z.i. omdat de creatieve industrie, waaronder wetenschap en journalistiek, het domein is geworden van een kleine maatschappelijke elite. Journalisten, legt hij in een volgende alinea uit, verdienen te weinig en dat kunnen ze zich alleen veroorloven als ze rijke ouders hebben. Het is dus gewoon weer een kwestie van arm versus rijk. Het vak is een speelveld geworden van de gegoede klasse. In zo’n omgeving neem je elkaar de maat niet, denkt hij. In het Trouw rapport staat ook dat er bij hun ‘geen traditie is van elkaar diep bevragen’. Dat ‘en de enorme uitzonderingspositie van een allochtone journalist zorgde ervoor dat niemand fundamenteel met elkaar in debat ging’

Daar draait het dus volgens hem om bij Trouw. ‘Niet om een spiegel voor de samenleving maar om een actieve ervaring met een beleving van diversiteit, ook in het nieuwsbedrijf.

Volgens mij staat er eigenlijk wat ik op 22 december schreef, maar zo dat de schuld meer ligt bij de redactie die bedrogen werd dan bij de bedrieger. Of is er hier toch verkeerd met mij gecommuniceerd?

 

 

[1] NRC 20 december 2014

[2] 27/12/14

[3] Zie Wikipedia, waar ik dit allemaal uit gehaald heb. Weet U trouwens wat het betekent als je hoogleraar bent op persoonlijke titel? Een persoonlijk hoogleraarschap is persoonsgebonden en wordt bij vertrek van de hoogleraar niet opgevuld.

[4] Dat vind ik op zich wel mooi uitgedrukt, om over de resultaten van communicatie-wetenschappelijk onderzoek niet te spreken in termen van uitwijzen maar van suggereren.

[5] Ik neem aan dat dit communicatiewetenschappelijke kunsttermen zijn waarvan de betekenis meteen duidelijk is voor vakgenoten.

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in columns in de krant. Bookmark de permalink .