Andere overheid.

Een paar jaar geleden was er  een debat tussen de fractieleiders van kleinere partijen. Daar horen intussen de grote partijen van de vorige eeuw toe, het CDA en de PvdA. Maar ook D’66, een partij waar nooit iemand me van heeft kunnen uitleggen waar die voor dient. En ook GroenLinks, dat een paar weken voor de verkiezingen kwam met een programma vol veranderingen in de samenleving waar je meteen van begrijpt dat je daar, in een coalitieland als Nederland, nooit een meerderheid voor gaat krijgen. Met andere woorden, zo’n debat kun je ook overslaan, al zei Buma wel een paar verstandige dingen.
Waar Nederland grote behoefte aan heeft is aan een grondwetswijzing waarbij een kiesdrempel wordt ingevoerd. Een zoals in Duitsland, van 5% of liefst nog wat hoger, 7 of 8%. Dan komt er opruiming onder al die minipartijtjes, wat de efficiency van het parlementaire werk zou verhogen en waardoor er eindelijk eens een streep onder het verleden kan worden gezet.
Voor een partij als nu de PVV is er dan geen plaats meer. Met een flinke kiesdrempel krijg je twee, hooguit drie partijen en een ‘tegenpartij’ heeft dan geen zin meer. Die zou zich om moeten vormen tot een reguliere volkspartij nieuwe stijl met als belangrijkste programmapunten het land  uitwerken van de moslimgemeenschappen en een verandering in de Europese samenwerking.
Het lijkt er nu op alsof de PVV het Britse voorbeeld wil volgen om uit de EU te stappen, maar dat zou economische zelfmoord zijn. Nederland is in economisch opzicht onderdeel van Duitsland geworden en opnieuw grenzen en invoerrechten tussen Duitsland en Nederland zou voor Duitsland erg lastig en voor Nederland ondenkbaar zijn.
Verandering in de Europese samenwerking is een noodzaak maar een verlaten van de EU en op eigen houtje verder, dat gaat nu eenmaal niet.