De Engelse schrijver Jonathan Israël beschouwt de Franse filosoof Bayle met Baruch Spinoza als de grondlegger van onze Nederlandse traditie van verdraagzaamheid. Die opvatting overtuigt niet helemaal, want juist vanwege die reputatie van verdraagzaamheid kwamen de Franse hugenoot en de grootouders van Spinoza naar Nederland. Die verdraagzaamheid dateert van eerder en de broeders van het gemene leven zijn er een vroege uiting en vormgever van. Geert Grote leefde van 1340 tot 1384 en het is tijdens zijn leven dat in Deventer en op andere plaatsen in ons land de moderne devotie ontstond.
Wel kan Bayle gelden als een van de twee filosofische grondleggers van de Nederlandse verdraagzaamheid, maar we praktiseerden die verdraagzaamheid al een paar eeuwen voor iemand ons had uitgelegd waarom we dat deden.
Zowel Spinoza als Bayle constateerden een duidelijk verband tussen onverdraagzaamheid en fundamentalisme. Dat lijkt in zoverre juist dat het de onverdraagzame naturen zijn die zich tot fundamentalistische religies voelen aangetrokken: streng geloof legitimeert als het ware onverdraagzaamheid. En andersom, hoe verdraagzamer hoe minder rechtgelovig. De broeders werden niet voor niets door de bisschop van Utrecht op hun orthodoxie onderzocht.
Net als Franciscus van Assisi golden de broeders als twijfelgevallen: niet de leer van de kerk maar het leven van Jezus gold voor hen als leidraad.
Nederland is het enige land in Europa waar de wederdopers in hun oorspronkelijke vorm, als een beweging voor het einde der tijden, voet aan de grond kregen. Tegen Jantje van Leiden c.s. werd pas opgetreden toen hun gedrag de spuigaten uit ging lopen en ze een bedreiging gingen vormen voor de openbare orde. Rond 1530 probeerden ze eerst in Amsterdam en later met tijdelijk succes in Munster de macht te grijpen. Het lukte Menno Simonsz daarna snel om van een beweging van gewelddadige anarchisten en heiligen der laatste dagen een pacifistische groepering naar Nederlandse snit te maken, die we nu nog h.t.l. kennen als de keurige doopsgezinde gemeente en in Amerika als de Amies.
Geert Grote dateert uit de eerste helft van de veertiende eeuw en zijn beweging uit de tweede helft. De Imitatio werd een eeuw later geschreven. Kenmerkend zowel voor de lekenorde als voor het boek van Thomas a Kempis is de nadruk op de vrome levenswijze en het leven van Jezus van Nazareth, dat daarbij als voorbeeld gold. De verwantschap met Franciscus (een eeuw eerder) is evident. De humanistische idealen als de gelijkheid van alle mensen en de zorg voor de minder bedeelden komen rechtstreeks uit de synoptische evangeliën.
Dat de beweging juist in Nederland aansloeg heeft te maken met de oude traditie van samenwerking die hier bestond, die zichtbaar tot uiting kwam op twee terreinen: de waterhuishouding (polderonderhoud, dijkbewaking) en de gematigde concurrentie tussen de Nederlandse steden. Anders dan in Italië werden er in de Nederlanden zelden of nooit gewapende conflicten uitgevochten tussen de steden, terwijl de stedelijke bevolking hier groter was dan waar ook in Europa. Tot de zeventiende eeuw waren de steden hier in het Noorden geen van allen erg groot en moesten ze het meer hebben van samenwerking en verdeling van de handel dan van moordende concurrentie.
Samenwerking en verdraagzaamheid zijn broertje en zusje. Het een kan niet zonder het ander. Dat geldt met name voor een land dat zo aan beïnvloeding uit alle ’s Heren landen bloot staat, als het Nederland van boven de grote rivieren. Onze landsheer Karel V was zeer tegen de Lutheranen gericht en die werden in de Nederlanden van hoger hand bestreden. Karel V was een populair vorst en van echte weerstand tegen zijn politiek was in de Noordelijke gewesten geen sprake. Toch wisten de Lutheranen zich met weinig moeite te handhaven en hadden ze overal in het Noorden hun kerken tot de vervolgingen in de tijd van Philips II. Alleen verdraagzaamheid vormt daar een verklaring voor.
Verdraagzaamheid is met dat al een relatief begrip. Het kost geen moeite om voorbeelden te vinden die aan de tegenwoordige maatstaven gemeten als onverdraagzaam kunnen gelden. Dat neem niet weg dat uit Europa de mensen (Bayle en andere Hugenoten, Iberische Joden, Lutheranen) naar Nederland kwamen om reden dat hun reputatie van verdraagzaamheid niet van gisteren was. Busken Huet en anderen wijzen erop dat de scholen van Geert Grote niet tot de intellectuele hoogtepunten van Europa hoorden en die observatie is zeker juist. Erasmus heeft zijn Grieks niet in Deventer geleerd, maar het was dan ook een godsdienstige, geen geleerde beweging. Niet de Renaissance geleerdheid maar de humanistische ethiek stamt uit de Nederlanden van de veertiende eeuw.