Maarten in Meterik.

In deel vier van Het Bureau komt hoofdpersoon Maarten Koning terecht in Meterik, een dorpje in de buurt van Venray in Noord Limburg.

Meterik was toen nog een eigen gemeente met eigen burgemeester, pastoor en hoofd van de school. Die drie vormden de intellectuele bovenlaag van het plaatsje en de dochter van het schoolhoofd was de correspondent van Het Bureau in dat gedeelte van de Limburgse Peel. Ik kende deze Juffrouw Janssen niet, en ook haar vader het schoolhoofd niet, maar wel haar heerbroer[1] Ben. Die was prefect[2] aan het Bisschoppelijk College in Roermond in de tijd dat ik daar op het gymnasium zat. Maar voor die tijd kende ik hem al, toen hij als seminarist[3] wel eens bij zijn tante op bezoek kwam die naast ons woonde; Limburg is een kleine wereld.

Ben was een goede organisator en een harde werker. Na zijn tijd als prefect werd hij deken[4] in Tegelen, in de buurt van  Venlo. Van daaruit werd hij na een aantal jaren in dezelfde functie gepromoveerd naar Sittard, een veel grotere regio. Om het godsdienstige en sociale werk te verrichten dat hij in Tegelen achter liet, werden toen een aantal geestelijken en vier sociale werkers benoemd.

Het verhaal in het Bureau over Meterik gaf mij een soort schok der herkenning. Als een familie generaties lang een intellectueel monopolie heeft gehad in een dorp of streek dan krijgen hun opvattingen iets sacrosancts en dat is wat Koning meemaakte in Meterik en wat ik herkende. Afwijkende meningen, over welk onbelangrijk detail ook, komen dan in de categorie ketterijen terecht en die zijn dan niet alleen fout maar ook slecht. Dat neemt niet weg dat dit soort mensen werkelijk heel competent en indrukwekkend kunnen zijn en Koning vond dat ook.

[1] Heerbroer was in katholiek Nederland de naam voor de broer uit het gezin die priester werd, naar analogie van heeroom, een priester uit de oudere generatie. Die jongens werden door hun moeders en zusters vereerd en hadden vaak iets onuitstaanbaar arrogants. Ben Janssen was niet onuitstaanbaar, een moeilijke man, maar aardig.

[2] De rector van de school hield zich alleen bezig met onderwijsaangelegenheden. Het organisatorische gedeelte en het toezicht op de leerlingen was de taak van de prefect. Van de prefecten eigenlijk, want we hadden er twee. Een voor de kostschoolleerlingen, de z.g. internen en een voor de leerlingen uit de stad en de omringende dorpen, de externen. Ben Janssen was prefect van de externen.

[3] De priesteropleiding in de kerk van Rome bestaat uit twee delen, een klein seminarie, dat niet veel anders is dan een middelbare school maar een waar extra morele standaarden worden aangelegd en een  groot seminarie dat de eigenlijke priesteropleiding bevat. Studenten aan het groot seminarie heetten seminaristen. Het klein seminarie was in mijn tijd in Rolduc, bij Kerkrade en het groot seminarie was in Roermond, de bisschopsstad.

[4] Een deken is een functionaris in de kerk van Rome die in grote bisdommen tussen de bisschop en de pastoors in staat. In de vijftiger jaren had een Nederlandse deken verantwoordelijkheid voor ten minste zo veel gelovigen als een Italiaanse bisschop

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .