Anders dan Frentrop.

Pierre Vinken kende ik oppervlakkig. Hij was een vriend van een vriend en in dat kader zat ik bij een dinertje wel eens in zijn buurt. We knikten als we elkaar op straat tegen kwamen. Echt kennen dus niet, maar we hadden  een beetje dezelfde achtergrond. Die vriend van me kwam uit Eindhoven en had daar op het Augustinianum gezeten, een pater school. Ik kom uit Roermond en ging daar naar het Bisschoppelijk College. Vinken woonde in  Treebeek, een plaats in Zuid Limburg en tegenwoordig een wijk van Brunssum. Hij ging naar het Bisschoppelijk College in Sittard. Geografisch kwamen we dus uit verschillende streken, maar qua soort opleiding en sfeer waren die nauw verwant.

In Roermond, op de hoek van de Venlose weg en het Wilhelminaplein stond een café met een terras en dat café heette Vinken. Aan de overkant was een ander café en daarvan heette de eigenaar ook Vinken. Wel een echt Limburgse naam dus.

In het Zuiden was de opleiding van de jeugd in die tijd zeer overwegend R.K., vandaar al die bisschoppelijke colleges en pater scholen. Dat de R.K. kerk geprobeerd heeft de oprichting van middelbare scholen tegen te houden, zoals Frentrop in zijn biografie van Vinken vertelt, is dus een misvatting. De kerk was wel voorstander van middelbare scholen maar dan op godsdienstige grondslag en ze was min of meer automatisch tegen de HBS, omdat dit een seculiere uitvinding is. De Latijnse scholen, die nu gymnasia heten, stammen uit de Middeleeuwen en in hun curriculum hadden de klassieke talen, vooral Latijn, altijd een belangrijke rol gespeeld. Zo was het vroeger geweest en zo hoorde het te blijven. Niet helemaal ten onrechte dacht men bij het bisdom dat de HBS vooral bedoeld was om  de samenleving te veranderen en dat wilde men dus niet.

De colleges in Limburg en de pater scholen waren zestig jaar geleden nog allemaal gymnasia. Daar kwamen wel de priesters vandaan maar ze hebben nooit uitsluitend voor het priesterschap opgeleid. Ook de kinderen van de advocaten en artsen en de andere notabelen uit de stad gingen in mijn tijd naar de colleges om daarna het vak van hun vader te gaan studeren in Leuven of in Leiden en hun vaders en grootvaders deden dat al meer dan honderd jaar ervoor. Als Frentrop dat niet gelooft  dan moet hij de herdenkingsboeken er maar eens op na lezen die bij het honderdjarig bestaan van dit soort scholen worden  geschreven.

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .