Renske Keizer is een paar jaar geleden benoemd tot hoogleraar vaderschap. Ze heeft daarvoor een opleiding gehad als vaderschap sociologe. Doel van deze nieuwe leerstoel is om het beleid te verbeteren inzake vaderschap. Het beleid van de overheid zou er op gericht moeten zijn om betrokken vaderschap te stimuleren. In Nederland is het nog steeds zo dat de aandacht van vaders voor hun kinderen maar 27,6/60e bedraagt, in tijdsbesteding gemeten, van de aandacht van de moeders. Een representatieve steekproef heeft uitgewezen dat men heel algemeen vrouwen beter geschikt acht om voor kinderen te zorgen dan mannen. Die mening is een meerderheid toegedaan en die meerderheid staat tot de minderheid die daar anders over denkt als 100 staat tot 16. Het lijkt Renske evident dat daar wat aan moet worden gedaan.
Renske Keizer begon haar nieuwe carrière met het uitspreken van de stelling dat vaders en moeders beiden een ouderschapsverlof zouden moeten krijgen van zestien maanden. Dat is volgens haar in overeenstemming met de wens van 30% van de vaders, die meer tijd aan hun kinderen zouden willen besteden als dat mogelijk was, maar die daar om financiële redenen niet aan toe komen.
Haar belangstelling voor de rol van vaders licht zij toe door te vertellen dat haar ouders zijn gescheiden toen zij twee jaar oud was en dat zij sinds die tijd haar vader niet meer heeft gezien.
Ik wil hier twee dingen over kwijt. In de eerste plaats vind ik het een melancholiek verhaal en waard om in een roman verwerkt te worden. In de tweede plaats vind ik het een bewijs voor mijn stelling dat sociologie een non-wetenschap is en dat afschaffing van alle leerstoelen in dat vak een nuttige bezuiniging op zou leveren.