Ben Knapen, die ooit staatssecretaris van BuZa is geweest, schreef de inleiding bij de Nederlandse vertaling van Anmerkungen zu Hitler und Churchill. Het boek is een combinatie van twee lange biografische essays, beide van de hand van Sebastian Haffner, de Duits-Engelse journalist en historicus. Knapen begint die inleiding zo:
‘Het is eigenlijk een bizarre combinatie die hier voor U ligt, een biografie van Churchill en een van Hitler’. De auteur zelf dacht daar kennelijk anders over en de uitgever die de twee biografische schetsen besloot te combineren ook.
De gelijkenis in de twee levens, zoals ze door Haffner worden verteld, is zo groot dat de schrijver die daar zeker met enige opzet in aangebracht moet hebben of er zich in elk geval terdege van bewust moet zijn geweest. Op bladzijde 232 van de vertaling besluit Haffner dan ook met de woorden ‘in zekere zin hoorden ze bij elkaar en zullen ze in de geschiedenis altijd bij elkaar blijven horen.’
Het zijn de feitelijke parallellen die hij opmerkt die het naast elkaar plaatsen van de levens van deze twee tegenstanders zo fascinerend maakt en die aanleiding zijn geweest de twee biografische schetsen te presenteren als waren het vitae parallelae van Plutarchus.
Let eens op de volgende feiten uit Churchill’s leven:
- toen hij twintig was, was Churchill hopeloos mislukt op school. Pas in oorlogstijd begon hij goed te functioneren.
- de verhouding tussen Churchill en zijn vader was zeer problematisch. Churchill had niettemin een grote bewondering voor zijn vader.
- Churchill heeft als subalterne officier gevochten in de loopgraven in Vlaanderen.
- Churchill was in zijn jeugd ongelooflijk lui, recalcitrant en vreemd, maar toen hij eenmaal werkte juist heel energiek en vindingrijk. Hij kon fantastisch schelden.
- Hij was geen beroepsmilitair maar had groot strategisch inzicht en dwong de bewondering af van professionele militairen.
- Hij was het enige genie in een politieke omgeving van middelmatigheid. Hij was een slecht netwerker, maar een briljant commandant toen hij eenmaal onaangevochten de leiding had in de tweede wereldoorlog.
- Hij was een verdienstelijk amateurschilder.
- Hij had een hekel aan Bolsjewieken.
Dat zijn allemaal labels die, met hier en daar wat kleine wijzigingen, ook zo op Hitler kunnen worden geplakt. Er zijn natuurlijk grote verschillen, met name de verschillen die van Churchill een aantrekkelijke en van Hitler een misdadige persoonlijkheid maken, maar ook daar zijn er meer nuances dan in het merendeel van de naoorlogse literatuur worden aangetroffen. De charme en de persoonlijke overtuigingskracht van Hitler, ook tegenover eerste klas talenten als Speer en Schacht, had verder niemand in Duitsland. Buiten Duitsland was zijn charisma eigenlijk alleen met dat Churchill en Roosevelt vergelijkbaar en in de jongere generatie hadden alleen De Gaulle en Tito een soortgelijke uitstraling.
Het is nogal Nederlands om een vergelijking tussen een positieve en een negatieve held uit de geschiedenis van de hand te wijzen vanwege het morele element. Het heeft aan de andere kant ook wel iets aardigs dat we dat zo zien. Maar wat ik niet aardig vind is dat in moreel ingestelde landen, zoals Amerika en Nederland, de meerderheid van de mensen over lieden die ze veroordelen dan ook meteen helemaal niets goeds meer willen horen. Autobanen zijn bij wijze van spreken dan niet meer oké omdat Hitler de eerste ervan heeft aangelegd en een behoorlijk schilder kan hij dan ook niet echt geweest zijn. Dat soort opvattingen is onzinnig. Bij alle ellende die de man heeft aangericht kan best worden vastgesteld dat hij grote talenten had. Vanwege die talenten en vanwege andere elementen uit zijn levensloop kan hij bovendien met anderen vergeleken worden. Dat doet die anderen niet te kort en geeft misschien een betere blik op het raadsel Hitler.
Van Ben Knapen kan in elk geval gezegd worden dat het een echte Nederlander is.