Duitsland heeft na de tweede wereldoorlog twee bondskanseliers van formaat gehad, Konrad Adenauer en Helmut Schmidt. Zonder Adenauer was de wonderbaarlijk snelle wederopbouw in de veertiger en vijftiger jaren niet tot stand gekomen. Zonder Schmidt was het politieke en militaire evenwicht tussen Oost en West er niet gekomen en was de positie van het westen onder zwakke Amerikaanse presidenten als Carter en Reagan ondermijnd.
Schmidt heeft gevochten in de tweede wereldoorlog, uiteraard aan de Duitse kant, maar was dik bevriend met de Russische leider Gorbatsjov. Gromyko en hij bewonderden elkaar over en weer, maar van de Amerikaanse leiders kon hij eigenlijk alleen met Gerald Ford overweg. Erg vreemd is dat niet. Jimmy Carter was een stoetel, die er niets van gebakken heeft. Reagan was niet veel beter en Nixon is na de Watergate altijd in de problemen blijven zitten.
Ford was een aangename persoonlijkheid. Hij had zelf niet zoveel verstand van zaken, maar hij luisterde goed naar zijn adviseurs en ook naar bondgenoten die hij kon vertrouwen. Schmidt heeft dus een tijdlang een flinke invloed gehad op de Amerikaanse buitenlandse politiek, vooral voor zover die betrekking had op Oost Europa. Hij was een stuk bekwamer dan zijn opvolger Kohl en zou nooit diens fout hebben gemaakt om de Wiedervereinigung in een klap tot stand te brengen. Die Duitse vereniging was er toch wel gekomen, want die werd zowel door het Warschau Pakt als door de NATO wenselijk gevonden.
Waar het in eerste instantie om ging was het vrije verkeer van personen en goederen en verder moest de DDR de kans krijgen zich te moderniseren. De manier waarop Kohl het aanpakte veroorzaakte het faillissement van de volledige Oost Duitse industrie. Dat was Schmidt niet overkomen.