Den Uyl en Van Agt

Politiek en polarisatie gaan in het algemeen hand in hand en dat was zeker zo in de zeventiger jaren, toen Den Uyl en Van Agt symbool stonden voor de links/rechts tegenstelling in de samenleving[1].

Polarisatie versterkt tegenstellingen en plaatst mensen wel eens in hoeken waar ze zich niet thuis voelen en misschien ook wel niet thuis horen. Hoe men zich kan verkijken blijkt uit de latere politieke stellingname van de oude premier van het rechtse kabinet Van Agt, zoals die, meen ik, voor het eerst publiekelijk tot uiting kwam in het interview dat Paul Witteman met hem had in de Buitenhof uitzending van 9 februari 2003, nu al weer ruim vijftien jaar geleden.

Hij had zich eerder al tezamen met Gretta Duisenberg in de hoek van de pro-Palestijnen gemanifesteerd en nam in die Buitenhof uitzending met kracht stelling tegen George W. Bush en diens internationale politiek. Hij nam het in mijn ogen daarbij minder nauw met de zorgvuldigheid dan we van hem als voormalig premier hadden mogen verwachten. Daarvan geef ik hieronder een paar voorbeelden:

  1. Op de legitimiteit van de verkiezingsoverwinning van Bush op Gore in 2000, meende hij, viel het een en ander af te dingen.
  2. Amerika neemt 40% van de milieuverontreiniging op de wereld voor haar rekening.
  3. Amerika weigert mee te werken aan het behoud van de planeet door het Kyoto protocol niet te ondertekenen.
  4. Amerika handelt hoogst onverantwoordelijk door het Strafhof verdrag niet te ondertekenen en ondermijnt daarmee de internationale rechtsorde.

 

Over deze vier punten wil ik het volgende zeggen:

  1. Veel progressieve media, waaronder vrijwel alle Nederlandse, hebben in hun verslagen de indruk gewekt alsof er bij de presidentsverkiezingen van 2000 in de VS vals spel is gespeeld en dan met name in de staat Florida. Jeb Bush, de broer van George W. Bush, die toen gouverneur was in Florida, zou met behulp van zijn medewerkers de uitslagen hebben vervalst en zijn broer hebben bevoordeeld. Iets dergelijks was al een eerder voorgekomen, n.l. bij de verkiezing van John F. Kennedy. Maar er is vast komen te staan dat bij deze verkiezing in Florida geen fraude werd gepleegd[1]. Wat er in feite aan de hand was, is (kort samengevat) het volgende:

De verkiezingen eindigden fifty-fifty, d.w.z. de verschillen tussen beide kandidaten waren landelijk kleiner dan de foutenmarge die bij iedere verkiezing en iedere telling van stemmen in aanmerking dient te worden genomen. In zo’n geval is het niet meer de vraag wie de mathematische meerderheid heeft behaald want die valt met het gebrekkige systeem niet vast te stellen. Iedere hertelling leidt tot nieuwe fouten en steeds zullen die binnen de bovenbedoelde marge vallen. Het gaat er dan om een legitieme methode te hanteren om tussen de beide gelijk geëindigde kandidaten te beslissen. Het opgooien van een munt zou kunnen, maar men heeft er voor gekozen in zo’n geval het resultaat van de telling als bindend te beschouwen voor de afvaardiging van leden naar het landelijk kiescollege, ook al weet men dat deze procedure niet met zekerheid als president degene oplevert die de meeste stemmen heeft behaald. Florida bleek bij toeval de staat waar de verkiezingen landelijk op deze wijze konden worden beslist. Ook in Florida gold de trend van uiterst kleine marges. In zo’n geval heb je altijd een extra kans als je laat overtellen, omdat er immers altijd een nieuwe fout kan worden gemaakt die er voor gaat zorgen dat de uitslag een andere kant op valt. Fatsoenlijk is het vragen om een hertelling in zo’n geval niet, maar begrijpelijk is wel dat men het probeert. Gebruikelijk is dat er alleen een hertelling plaats vindt in districten waar aangetoond kan worden dat er geknoeid is of dat er zulke grove fouten zijn gemaakt, dat ze mogelijk de marge overtreffen. De procedures, die in drie instanties zijn gevoerd waren een probeerseltje van Gore, waarmee hij de stemming alsnog zijn kant uit heeft willen laten vallen. Fraude was er niet geweest of althans dat is in geen heeft van de gevoerde procedures gesteld. Het ging er uitsluitend nog om of de fouten die bij iedere verkiezing worden gemaakt in dit geval zo groot waren dat een hertelling daardoor gerechtvaardigd zou worden. Het Federale Hoge Gerechtshof besliste uiteindelijk van niet, nadat twee eerdere instanties daar wisselend over hadden geoordeeld. Het was beter geweest wanneer de vraag of de fouten groot genoeg waren marginaal getoetst had kunnen  worden, maar daar voorziet de Amerikaanse kiesrechtwetgeving niet in. De toetsing was volledig en daardoor ook noodzakelijk politiek van inhoud. Was zij marginaal geweest dan had er nooit sprake kunnen zijn van een rechterlijke uitspraak ten gunste van Gore. Zo belangrijk konden de fouten immers niet zijn, gemeten aan het totale aantal stemmen Bij een informele hertelling die op initiatief van de New York Times naderhand heeft plaats gevonden, maar waarvan de uitslag in Nederland vrijwel geen publiciteit heeft gekregen, won Bush opnieuw. Dat er iets niet geklopt zou hebben met de verkiezingsoverwinning van Bush is dus aantoonbaar onjuist. Gore was een slechte verliezer en dat geldt ook voor de democraten en hun sympathisanten in het buitenland, waaronder Dries Van Agt.

 

  1. Amerika neemt een groot deel van de industriële productie van de wereld voor haar rekening en daarmee ook een groot deel van de daardoor veroorzaakte vervuiling. Door de wereldwijde industriële productie bleven aan de andere kant in de zeventiger jaren vier miljard mensen in leven in de derde wereld die anders van honger zouden zijn omgekomen. Men kan het een niet willen zonder het andere te accepteren, d.w.z. deze omvang van de wereldbevolking en deze omvang van industriële productie.

Van de wereldvoedselhulp neemt Amerika een percentage voor haar rekening dat ruim boven het gemiddelde per hoofd van de bevolking van de industriële landen ligt. De productie methoden in de Verenigde Staten zijn gemiddeld een stuk minder vervuilend dan de methoden die door de meeste Kyoto-ondertekenaars worden toegepast. Vervuiling is een veelomvattend onderwerp. De groei van de thermische vervuiling die het klimaat beïnvloedt en waar Van Agt op doelde, is recht evenredig met de groei van de wereldbevolking. De toename van de wereldbevolking heeft met name in de derde wereld plaats gevonden. Amerika heeft met haar driehonderd miljoen inwoners geen overwegend aandeel in de wereldoverbevolking.

 

  1. Het Kyotoverdrag en het daaraan verbonden protocol, zijn een politiek product en worden door geen serieuze milieudeskundige inhoudelijk verdedigd. Amerika doet het meeste research op het terrein van milieubeschermende technieken en heeft van alle industriële landen de meeste, de meest effectieve en de oudste milieuwetten. De auto, een van de belangrijkste vervuilers is een Amerikaanse uitvinding maar heeft ook dank zij Amerikaanse wetgeving wereldwijd een sprong voorwaarts gemaakt op milieugebied. Het zijn de Amerikanen die met de meeste vooruitgang komen op het terrein van milieusparende methoden van energievoorziening. De Verenigde Staten plegen zich te houden aan verdragen die zij ondertekend en geratificeerd hebben. Dat geldt niet voor de meerderheid van de ondertekenaars van het Kyoto verdrag, al was het alleen maar omdat het hun aan het effectieve bestuursapparaat ontbreekt dat voor naleving kan zorgen. Er zijn in de Verenigde Staten sinds de ondertekening van het Kyoto verdrag meer milieubeschermende maatregelen genomen met een groter positief effect op het milieu dan in elk van de staten die wel ondertekend hebben. Ik verwijs hiervoor naar de internetsites Newscientist.com en e pa.goven de daaraan gelinkte sites. De verdachtmaking dat Amerika zich aan de bescherming van het wereldmilieu niets gelegen zou laten liggen is controleerbaar onjuist. Er lijken mij verder ook onderwerpen te zijn waar Van Agt meer verstand van heeft dan van milieuvervuiling, zoals bijvoorbeeld het strafrecht, waarin hij ooit hoogleraar geweest is. Dat is dan het volgende onderwerp.

 

  1. Het Wereldstrafhof is maar gedeeltelijk een juridische en voor een ander deel een politieke aangelegenheid. Het heeft veel publiciteit gekregen, maar het is zonder Amerikaanse steun een doodgeboren kindje. Het Joegoslavië tribunaal werkt, omdat Amerika het steunt en Joegoslavië onder druk gezet heeft om Milosevitch en andere verdachten uit te leveren. Het is met dit soort zaken een afweging van kwaden. De uitlevering van Milosevitch verdiende geen schoonheidsprijs. Zij heeft plaats gevonden tegen de geldende Joegoslavische wetten in en om politieke, om niet te zeggen om commerciële redenen. Daar staat tegenover dat Milosevitch door zijn haatcampagne in de Servische media de basis heeft gelegd voor de Joegoslavische burgeroorlog en daarmee de idee van de rechtsstaat in Europa heeft ondermijnd. Per saldo was de berechting van Milosevitch daarom een goede zaak, al dekte de tenlastelegging niet wat hem werkelijk hoorde te worden verweten. Het tribunaal dat voor de genocide in Rwanda is opgezet is in geen enkel opzicht een succes geweest en belemmerde eerder een nationale verzoening in dat land dan dat het deze bevorderd heeft. Het is wel duidelijk dat ook in de toekomst de werking van het Strafhof een aangelegenheid zal blijven waarbij het recht een rol zal spelen die ondergeschikt is aan de politiek.

 

Het is verstandig van de VS om daar niet bij voorbaat steun aan te geven maar liever van geval tot geval te bekijken of een tribunaal verantwoord is. Het is waar dat de gedachte wat ridicuul aandoet dat de VS mariniers zou sturen om Amerikaanse staatsburgers te bevrijden die ter berechting in Nederland gevangen worden gehouden. Nederland zou het wel uit haar hoofd laten om Amerikaanse gevangenen te accepteren zonder dat dit de goedkeuring van de VS zou hebben. Iets dergelijks zal zich daarom niet voordoen en de Amerikaanse wet die met kamerbrede steun in de Senaat werd aangenomen lijkt wat Nederland betreft rijkelijk overbodig en meer symbolisch dan wat anders. Het wijst er overigens wel op dat het hier niet om een gril van George W. Bush ging, maar om een overtuiging die door een grote meerderheid van Amerikanen werd gedeeld. In Nederland meent men dat de wereld door de Verenigde Naties en volgens rechtsregels wordt bestuurd, tenzij de loop van het recht in de wereld door slechte mensen wordt gefrustreerd. In Amerika ziet men dat anders. Daar begrijpt men beter dat iedereen in de Verenigde Naties zijn eigen belangen nastreeft en dat alleen de grovere onrechtvaardigheden door selectief en effectief ingrijpen van goedwillende machten kunnen worden hersteld. Amerika beschouwd zich zelf als de enige wereldmacht die tegelijkertijd goedwillend en effectief is en wat mij betreft hebben ze daarin gelijk. Op het betoog van Dries van Agt viel dus best het een en ander af te dingen, maar het wonderlijke is dat men op grond van zijn vroegere politieke leven van hem de rechtse, of als U dat liever hoort, de verstandige geluiden zouden hebben verwacht, in plaats van een verhaal dat zo uit de mond van zijn voormalige tegenstander Den Uil had kunnen komen.

 

[1] In de zeventiger jaren was Den Uijl links maar voor de oorlog en aan het begin van de oorlog was hij eerder rechts en eerder nationaal socialistisch ‘angehaucht’. Hij heeft het aan zijn vrouw Liesbeth van Vessem te danken dat hij nog tijdens de oorlog op het juiste pad is teruggekeerd. Niet dat hij toen in het verzet gegaan is of zo, maar hij heeft zich de rest van de oorlog stil gehouden en zich niet langer met de Duitsers ge-encanailleerd.

 

[2]

[2] Over de verkiezingen van 1960 is op het internet het volgende te vinden:

68 million votes were cast in the election. 63% of the voting age population participated. John F. Kennedy received 34,220,000 votes, just so slightly more than Richard Nixon with 34,108,000 votes. The margin in the popular vote was therefore a trifling 0.17%.

Immediately after the election there were charges of vote fraud, in particular in Texas and Illinois. Nixon supporters challenged the results in both of these states as well as in nine others.

The election result was so close that a change in just one or two states would have meant victory for Richard Nixon. Kennedy carried Texas by 46,000 votes and Illinois by a mere 9,000.

An investigation of vote fraud in Illinois and Texas uncovered various irregularities. For example, Fannin County, in Texas, had 4,895 registered voters. However, 6,138 votes were counted with 74% going to Kennedy. The Texas Election Board was filled entirely with Democrats and the State of Texas did not agree to a recount of votes.

In Illinois so much voter fraud was witnessed by news reporters that the Chicago Tribune wrote: “The election of November 8 was characterized by such gross and palpable fraud as to justify the conclusion that [Nixon] was deprived of victory.”

Earl Mazo, a reporter for the New York Herald Tribune, investigated many charges of Chicago voter fraud. In one precinct of Chicago he found a cemetery whose names on the gravestones matched those of voters, registered as Democrats, who had voted. When he visited an address in Chicago that had been listed by 56 Democratic voters he found an abandoned house.

Indeed, the Mafia itself claimed to have influenced the vote in Cook County, Illinois, to the advantage of Kennedy.

 

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .