Het Vaticaan en de mensenrechten.

De minister van buitenlandse zaken van het Vaticaan heeft zich ooit tegen de toetreding van Turkije tot de EU uitgesproken. Bij dezelfde gelegenheid sprak hij zich ook uit, hoewel dat geloof ik helemaal niet aan de orde was,  tegen een toetreding van Israël en Rusland. Al deze landen zijn geheel of voor een belangrijk deel buiten Europa gelegen dus op zich is een dergelijk standpunt goed verdedigbaar. Maar dat leek niet de reden te zijn; de vertegenwoordiger van de paus waarschuwde tegen opname in de EU van deze landen omdat ze zo’n slechte record hebben op het terrein van de mensenrechten en omdat ze bovendien niet christelijk zijn, c.q. niet tot het Latijnse christendom behoren.

Dat klinkt wat eigenaardig als boodschap van een organisatie die in de loop der eeuwen zelf een bedenkelijke record heeft gehad op het terrein van de mensenrechten. Nog in de twintigste eeuw was de kardinaal Pacelli, de latere Pius XII, de instigator van een concordaat, een regeling tussen Hitler en de Katholieke Kerk, waarbij die partijen elkaar over en weer levensruimte gaven. In het verlengde daarvan heeft genoemde Pacelli, eenmaal paus geworden, geen hand uitgestoken om de Holocaust te verhinderen. Polen, waar een van de laatste pausen vandaan kwam, telde in de tweede wereldoorlog meer katholieke oorlogsmisdadigers dan Israël nu inwoners heeft. In de jaren die achter ons liggen heeft het Vaticaan in het openbaar niets gedaan om de terreur van de Maffia, de IRA of van de Baskische ETA te bezweren, ofschoon de leiders en de leden van deze organisaties merendeels kerkgaande katholieken waren.

Waarom moet een Vaticaanse prelaat Israël verwijten te maken over het schenden van mensenrechten als hij vertegenwoordiger is van een organisatie die in haar syllabus errorum nog maar anderhalve eeuw geleden de eerbied voor democratie en mensenrechten officieel tot een vergissing bestempelde?[1].

Er is niettemin wel iets voor te zeggen om de Europese Unie te beperken tot het Latijnse Christendom, d.w.z. tot de protestantse en katholieke naties, maar in dat geval zou ik een stap verder gaan en de Unie beperken tot uitsluitend de voormalige protestantse naties, tot het gebied waar de Kantiaanse Verlichting met democratie en mensenrechten oorspronkelijk vandaan komt. De bestaande EU zou dan in twee, of liever in drie stukken zijn te verdelen, Humanistisch, Katholiek en Orthodox. Als het om culturele verschillen gaat en Europa het gebied van democratie en mensenrechten is, dan zijn de verschillen tussen Humanistisch (voormalig Protestant) en Katholiek even aanzienlijk als die tussen Humanisten en Orthodoxen. Met de Joden hadden de Protestanten de achtergrond van Oude Testament en Thora gemeen, een achtergrond die in het Katholieke geloof altijd een heel ondergeschikte rol gespeeld heeft.

Israël heeft, om het maar even kort samen te vatten meer aanspraak op een plaats in de westerse samenleving dan een verouderd instituut als de Kerk van Rome. Of dat noodzakelijk ook een plaats in de EU moet zijn is een andere kwestie, maar de argumenten die werden gebruikt om de genoemde landen buiten te sluiten kunnen ook tegen bestaande leden en kandidaat-leden worden gebruikt.

[1] In de syllabus errorum, een aanhangsel aan de encycliek Quanta Cura van paus Pius IX wordt het volgende tot een dwaling bestempeld: de kerk moet zich verzoenen en een compromis sluiten met de vooruitgang, het liberalisme, en de moderne beschaving. Die dwaling is intussen dagelijkse praktijk geworden, niet alleen in Nederland, maar overal waar kerk en humanisme samenleven.

 

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .