De ministers Zalm en van Aartsen ontkenden indertijd dapper dat zij onder de indruk waren van een enquête waarin 48% van de ondervraagden zich achter de aanslagen van 11 september plaatsten. De ondervraagden waren in Nederland wonende Moslims. Dat overdreven ze natuurlijk, die ministers. Iedereen schrikt van zo’n enquête, vooral als die ondersteund wordt door ervaringen van leraren op scholen die geen drie minuten stilte willen houden omdat ze bang zijn voor rotzooi in de klas. Ze zijn doodsbenauwd voor godsdiensttwisten in Nederland en dat zijn ze terecht.
In alle toonaarden werd ontkend dat het om aanslagen van de islam ging; er was nog niets bewezen, het waren individuen die op eigen houtje gehandeld hadden. Onzin natuurlijk en dat weten ze best. Als alle geïdentificeerde terroristen in de vliegtuigen moslims zijn met een verleden van moslimterrorisme en verbindingen met bekende groeperingen van terroristen in de islamitische wereld, waaronder Bin Laden, dan is er menselijk gesproken geen twijfel over de richting van waaruit deze wind gewaaid heeft.
Men hoopt tegen beter weten in dat de ondervraagden geen representatieve steekproef vormden of dat zij, in het nauw gebracht door de ondervraging, reageerden door te provoceren. In elk geval achten politici rust in de tent belangrijker dan het publiekelijk onder ogen zien van de waarheid.
Natuurlijk was er niet meteen strafrechtelijk bewijs geleverd tegen de organisatoren van de aanslag en al helemaal niet tegen al degenen die hen moreel steunden, maar dat hoeft ook niet. Het gaat hier niet om strafrecht maar om waarheidsvinding. Het is voldoende zeker dat deze aanlag uit de moslimwereld afkomstig was om door middel van deze enquête iedere moslim in Nederland aan een lakmoesproef te onderwerpen: ben je voor of tegen het gebruik van geweld tegen onschuldige burgers. Als je voor bent zal er duchtig met je gepraat moeten worden. Anders is een splitsing in de samenleving helemaal niet meer te vermijden.
Dat lijkt misschien erger dan het is want goedwillende moslims in Nederland zijn vanzelfsprekend tegen het gebruik van geweld tegen onschuldigen en hebben zelf ook de behoefte om het criminele element onder hen te isoleren. Anders zouden ze bezwaarlijk goedwillend kunnen zijn en maken van onderscheid op dit punt is beter dan ze allen over een kam te scheren.
De ministers konden zich geen illusies maken dat dit onderwerp buiten de verkiezingen zou worden gehouden. Als de reguliere partijen er geen punt van willen maken zullen nieuw op te richten partijen het doen. In dat geval zullen de oude partijen weten dat ze hun morele en politieke plichten hebben verzaakt. Een democratische samenleving als Nederland kan zich niet permitteren dat een zo groot deel van de bij ons verblijvende allochtonen er geen been in zien als de mensenrechten geweld aan wordt gedaan. Daar moet nodig iets aan gebeuren. En niet pas sinds gisteren. Al veel langer.