Arabië en het westen in de geschiedenis

De twee golfoorlogen[1] hebben, voor zover dat nog nodig was, laten zien, dat Arabieren geen partij zijn voor het westen. Het gemak waarmee het goed bewapende en in tien jaar oorlog geoefende leger van Saddam Hoessein onder de voet gelopen werd, zegt daarover veel.
De herhaalde nederlagen tegen het kleine Israël en vooral de groeiende sociaal economische achterstand, die de buren hebben opgelopen sinds de oprichting van de joodse staat, tonen aan dat het bij hen gaat om een cultuur, die de concurrentie met het westen niet aan kan.

Geldt dit nu echt voor alle Arabische landen, kan men zich afvragen en het antwoord lijkt ja te zijn. Het wordt wat gecamoufleerd in de olielanden door een geïmporteerde welvaart voor de heersers, maar voor het overige vertonen alle Arabische landen van Marokko tot Syrië en van Libanon tot de Soedan eenzelfde beeld van armoede, werkloosheid, overbevolking en een stagnerende economie.
De Arabische landen hebben een merkwaardig egale cultuur voor landen met zo’n grote geografische spreiding en etnische diversiteit. De wijze van huizenbouw en stadsplanning, het eten, de publieke moraal en gewoonten, de muziek, het zijn allemaal kenmerken die de Arabische en tot op zekere hoogte ook de andere moslimlanden gemeen hebben en die ze van de westerse cultuur onderscheiden.
Die Arabische cultuur is al oud. Zij is ontstaan in de zevende eeuw a.D. als een van de drie erfgenamen van de Grieks-Romeinse wereld, die tot de vijfde eeuw v.C. het Middellandse Zeegebied had beheerst. Die wereld viel in die zevende eeuw a.D. in drie delen uiteen: de byzantijnse, de islamitische en de Latijns-christelijke. Die drie hebben vervolgens een opvallend verschillende levensloop gehad.
Byzantium was de oudste, zeg maar de wettige erfgenaam. Als rechtsopvolger onder algemene titel van de Romeinse staat behield zij belangrijke delen van de Romeinse cultuur en staatsinrichting, tot aan de vijftiende eeuw toe. Toen werd de laatste nederlaag tegen de Turken werd geleden en Byzantium hield op te bestaan. De orthodoxe christenheid van onder meer Griekenland, Bulgarije en Rusland is uit de Byzantijnse voortgekomen en haar invloed in Oost Europa is nog altijd belangrijk. Spectaculaire nieuwe ontwikkelingen in haar beschaving heeft Byzantium nooit voortgebracht, wel een voor die tijd hoog niveau van welvaart en beschaving. De erfenis van de Grieken en Romeinen werd er beter bewaard dan  bij de Arabieren of bij ons.
De moslim cultuur ontstond op de bodem van het Oostelijk deel van het oude Romeinse rijk, maar ook in het Perzische, dat nooit tot de Romeinse invloedssfeer had behoord.
Het land van de Parten en de Nieuw-Perzen, dat zich bevond op de plaats van het tegenwoordige Iran, was de culturele opvolger van het Perzische rijk van Cyrus de Grote. Het heeft duizend jaar lang gewedijverd eerst met Rome en later met Byzantium, tot de eeuwenoude tegenstanders gezamenlijk door de islam onder de voet werden gelopen.
De islam onderging de invloed van de oude Aramese beschaving die aan de Grieks-Romeinse vooraf was gegaan. De Aramese beschaving had in de Romeinse tijd al aan Syrië en andere Oostelijk gebieden van het rijk hun bijzondere karakter gegeven, en had daar grote en heel welvarende steden als Antiochië voortgebracht. Aramees was nog aan het begon van onze jaartelling de spreektaal in Syrië en Palestina en het hoorde, zoals het Hebreeuws en Arabisch, tot de Semitische taalfamilie. Het is de taal die Jezus van Nazareth naar alle waarschijnlijkheid gesproken heeft en waarin de eerste evangeliën zijn geschreven.
Het oostelijk deel van het Middellandse Zeegebied was christelijk met een belangrijke joodse minderheid, toen het in de eerste helft van de zevende eeuw door de Arabieren werd veroverd.

Het christendom van Egypte en de Levant week af van dat van Byzantium en Rome. De theologische en culturele verschillen hebben de verovering en vervolgens de assimilatie van die landen onder de islam bevorderd.
De Arabieren zelf waren een woestijnvolk dat zich eeuwen lang uitleefde in interne oorlogen en geen noemenswaardige beschaving had. Daar ontstond op basis van het in de handelscentra aanwezige joden- en christendom een nieuwe religieuze beweging. Deze werd gegrondvest door een veertigjarige transport ondernemer uit Mekka, die Mohammed heette. Onder de indruk van de verhalen uit de Heilige Schrift beschouwde hij zich als de laatste in lijn van joodse profeten, de laatste na de Christus. Jezus van Nazareth zag hij als de belangrijkste van de profeten die hem waren voorafgegaan.
Godsdienstig was de verwantschap van de mohammedaanse leer met het christen- en jodendom in eerste aanvang heel nauw. Later, toen Mohammed van Mekka naar Medina was verhuisd en hij in conflict kwam met de daar levende joden en christenen, die hem niet als profeet wilden aanvaarden, ontstonden er scherpe tegenstellingen, wat ook in de latere soera’s van de koran tot uiting komt. Die vijandschap werd erger toen de islam eenmaal het Midden Oosten had veroverd en een slepend militair conflict met Byzantium ontstond in Klein Azië.
De afscheiding van het moslim gedeelte van de rest van het oude Romeinse rijk en de fusie met Perzië had belangrijke gevolgen: de oosterse gebieden kwamen onder het zware administratieve en fiscale juk van Byzantium vandaan en zij ontwikkelden zich spectaculair.
De islam gebieden werden in korte tijd het meest welvarende en cultureel meest vernieuwende gedeelte van de oude wereld. Doordat de Arabieren ook de zee beheersten werd het Latijnse westen van Europa van Byzantium en andere culturele centra afgesneden. Op de korte termijn was dit een ramp voor West-Europa, dat in snel tempo verarmde, zowel in materieel als in cultureel opzicht. Op de langere termijn ontstond daar als gevolg van de afscheiding een eigen westerse christenheid, die zich apart van de orthodoxie in Byzantium ontwikkelde.
Zowel Rome als Byzantium beschouwde zich als erfvijand van de islam. Die relatie was wel vergelijkbaar met die tussen Moskou en het westen in de hoogtijdagen van de koude oorlog, waarbij het christendom de rol van Moskou en de islam die van het Atlantisch Bondgenootschap vervulde. De moslimwereld was de leidende beschaving en de rest spiegelde zich eraan.
In de westerse publiciteit van de kloosters werd de islamitische tegenstander als toonbeeld van alles wat slecht was opgevoerd. De culturele beïnvloeding, die wel degelijk volop plaats vond werd zoveel mogelijk gecamoufleerd. Wat van de vijand werd overgenomen werd aan eigen verdienste toegeschreven en waar mogelijk werden de bijdragen van de islamitische beschaving doodgezwegen. Dit had onder meer tot gevolg dat de plotseling bloei van de Hoge Middeleeuwen in West Europa min of meer uit de lucht leek te komen vallen en de belangrijke invloed die ondermeer het moslim Spanje had op het Europese beschavingsproces in de middeleeuwen niet openlijk werd erkend.
Ter verdediging van de benarde christenen in het midden oosten werden in de elfde en twaalfde eeuw kruistochten georganiseerd, waarvan de meest bekende zijn die naar het Heilige Land, dat door het handjevol kruisridders daadwerkelijk een tijdlang op de moslims is veroverd. Dat deze hachelijke militaire onderneming tegen een veel sterkere tegenstander slaagde is een militaire prestatie geweest, waar nog steeds geen goede verklaring voor te vinden is.
Lang duurde de bezetting van de kruisridders overigens niet. De islam herstelde spoedig het natuurlijk overwicht die de grotere beschaving, bevolkingsdichtheid en de welvaart van de Arabische landen meebracht. De schok van de smadelijke nederlagen en de moordpartijen in de kruistochten is in de landen van de islam onthouden en speelt nog steeds een rol in de belevingswereld van de fundamentalisten.
Veel belangrijker dan in Jeruzalem waren de gevolgen van de kruistochten in Europa. De westerse christenheid kreeg een culturele groeischeut en nam in versneld tempo veel van de verworvenheden van de Arabische cultuur over en daarmee ook van de beschavingen uit India en andere oosterse landen.
De hoge middeleeuwen gaven aan Europa een exotisch karakter die het gebied daarna in de renaissance weer grotendeels is kwijtgeraakt. In de renaissance ontstond een revival van de Griekse en Romeinse oudheid, de beschaving die aan het hellenisme was voorafgegaan en die veel duidelijker verwant is aan de moderniteit dan het hellenisme en de middeleeuws westerse beschaving.
De renaissance begon in de vijftiende eeuw in Italië en beleefde daar ook haar hoogste bloei. Zij was een duidelijke breuk met de christelijke middeleeuwen. Zij leidde tot een snelle uitbreiding van de materiële middelen en daarmee van de macht van het westerse christendom, dat zich intussen georganiseerd had in elkaar onderling beconcurrerende naties.
De enige van de moslimstaten die daar een tijd lang gelijke tred mee kon houden was het Turkse rijk. Dat bereikte vanaf de vijftiende eeuw een hegemonie binnen de islam en heeft nog een uiterste poging gedaan om ook het opkomende westerse christendom te onderwerpen. Het werd voor Wenen definitief verslagen door de westerse legers onder aanvoering van Oostenrijk en Polen.
Vanaf de zestiende eeuw is de islam op de terugtocht geweest. In de negentiende en begin twintigste eeuw werd Turkije uit Europa verdreven op een kleine strook grond na in de buurt van Istanboel, het oude Byzantium. De Turkse hegemonie in het midden oosten ging verloren in de eerste wereldoorlog.
De Arabische landen van de Maghreb raakten onder Frans protectoraat en de landen in het midden oosten onder een gemengd Frans-Engelse overheersing.
Ook in de Oost Aziatische moslim gebieden namen de westerse landen het roer over. Het rijk van de Groot Moghul in India werd door de Engelsen onderworpen en de Oost-Indische archipel werd veroverd, eerst door de Portugezen en later door de Nederlandse Oost-Indische Compagnie.
De islam heeft een belangrijke en vernieuwende rol in de wereldgeschiedenis gespeeld van de zevende tot de elfde eeuw en zich gehandhaafd tot de veertiende eeuw. Ibn Chaldoen geldt als de laatste Arabische filosoof en historicus van betekenis. Hij leefde van 1332 tot 1406. Na hem was het afgelopen
Toen de Arabieren hun hegemonie kwijt raakten aan de Turken was het eigenlijk al gedaan met de creativiteit van de islam. De fundamentalisten kregen de overhand in het publieke leven en de latere Arabische beschaving heeft nooit meer iets voorgebracht dat de buitenwereld heeft kunnen interesseren.
De overmacht van het westen is tegenwoordig zo compleet dat, zoals in de Romeinse tijd, voor de meeste mensen de begrippen beschaving en westerse beschaving lijken samen te vallen. Hiertegen richt zich nu de islam, die op grond van haar verleden en haar religie het recht claimt om te worden beschouwd als een alternatieve beschaving met waarden en regels die afwijken van die van het westen, maar daar niet voor onder doen.

 

[1] van 1990 en 2003

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .