Wolfsen en Aantjes.

Op de voorpagina van de Volkskrant mocht Grunberg een jaar of zeven geleden [1] het PVV Kamerlid Agema het verwijt maken dat ze nazi praktijken bedreef, omdat ze bezwaren had laten horen tegen de manier waarop de culturele bovenlaag Nederland de afgelopen vijftig jaar heeft bestuurd. Dat was een bizar verwijt; het is de taak van de oppositie om de overheid over haar tekortkomingen verwijten te maken en de overheid was wat Agema met haar culturele bovenlaag bedoelde.

Als Kamerleden in functie nog niet de vrijheid hebben kritiek te uiten op de overheid wie dan wel? Oud SS-er Aantjes, die toen nog leefde, kreeg in hetzelfde nummer van de Volkskrant het woord om het bestuur van de voetbalclub F.C. Utrecht te onderhouden over het feit dat er in Enschede vuurwerk in de supportersbussen was ingeladen. Aantjes stond in dat artikel pal achter zijn protestantse vriend uit Kampen, de Utrechtse burgemeester Aleid Wolfsen.

Als er rellen uitbreken tussen voetbalsupporters dan hebben in de eerste plaats die supporters daaraan schuld en verder al degenen die het hadden kunnen zien aankomen en er niets aan hebben gedaan. De burgemeester en het bestuur van de club waar de wedstrijd wordt gespeeld meer dan andere verantwoordelijken, maar het geldt in principe voor iedereen die wat heeft kunnen doen en het niet gedaan heeft.
Waarom pikt men dan de burgemeester van de stad waar de wedstrijd wordt gespeeld er in de eerste plaats uit? Nu, simpel, omdat de wet nu eenmaal bij de burgemeester de eerste verantwoordelijkheid neerlegt voor de ordehandhaving in zijn stad. Als hij denkt dat het fout kan gaan lopen heeft hij het recht supportersbussen en -treinen verbieden en die macht hebben andere verantwoordelijken niet.
Supportersbussen controleren op vuurwerk en ander gevaarlijk spul kan de politie op last van de burgemeester en als hij dat niet doet en het loopt fout dan krijgt hij dus terecht verwijten naar zijn hoofd. Maar of een burgemeester dat controleren mag doen of gelasten in een andere gemeente dan de zijne, lijkt mij onwaarschijnlijk.
Wolfsen kreeg dit soort verwijten misschien meer dan een willekeurige andere burgemeester omdat hij al een paar keer had laten zien dat hij zijn macht als burgemeester wel eens te eigen bate aanwendde in plaats voor de bescherming van zijn stad, waarvoor die bedoeld is. De mensen vergeten vlug, maar Wolfsen was de man die een stadsblad opdracht gaf een artikel waarin kritiek op hem werd uitgeoefend niet te plaatsen. Ook toen steunden de protestanten uit zijn achterban hem en ook toen was dat ten onrechte. Een man als Wolfsen mist het statuur voor een functie als burgemeester van een grote stad en het is goed dat hij daar intussen is verdwenen

[1] 12 december 2011

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .