De koran is een vat vol tegenstrijdigheden, zoals alle heilige boeken trouwens. Zie het als poëzie en haal eruit wat je van pas komt. Dat doen de meeste moslims dan ook; het probleem is dus niet de koran, zoals Wilders en veel andere islamofoben oprecht lijken te menen.
Het probleem zijn de moslims. Niet alle moslims natuurlijk, niet de individuele moslims, maar ook niet alleen maar sommige ontspoorde individuen, zoals in de moslimwereld vaak wordt beweerd. Het gaat om hele richtingen in de Islam en om de oemma die deze richtingen omarmt en binnen de islam houdt. Het zijn de richtingen die het geweld in de koran serieus nemen en met een beroep op koran en hadith het gebruik van geweld tegen ongelovigen en andersgelovigen rechtvaardigen. Hun invloed is veel groter dan hun aanhang, vanwege de dreiging die van hen uitgaat en de weigering van anderen om zich tegen hen te verzetten.
In grote lijnen vallen zij samen met de richtingen die de sharia als rechtssysteem hebben ingevoerd overal waar zij de macht hebben. In een aantal landen hebben deze richtingen de overhand en overal waar veel moslims wonen hebben zij invloed. Om het hanteerbaar te maken noemen we de richtingen, die onderling niettemin sterk van opvattingen kunnen verschillen, bij een gemeenschappelijke naam: de islamisten. Zoals een deelraadsvoorzitter van Marokkaanse afkomst in Amsterdam ooit zo terecht opmerkte, zijn deze fanatieke islamisten een probleem voor iedereen en in de eerste plaats voor de gewone moslims. De gematigde moslims willen in vrede met andere mensen samenleven, maar de islamisten niet. Niet als de ongelovigen geen berouw tonen, want zo staat het in de koran en ook niet als gelovigen met hen van mening verschillen, want dan zijn het verraders en nestbevuilers. Hoe zoiets werkt kon men in de westelijke tuinsteden zien waar dezelfde deelraadsvoorzitter Marcouch die op integratie en samenwerking was gericht niet als lijsttrekker bij de voorlaatste gemeenteraadsverkiezingen werd aanvaard door de Marokkaanse machthebbers in de partijafdeling.
Er is wel degelijk sprake van een nationaal probleem en toen Balkenende c.s. deden alsof dat niet zo was, hielden zij zich zelf en ons voor de gek.
Het probleem van de islamisten is hun onvermogen om de raad van Spinoza ter harte te nemen en hun godsdienstige regels aan te passen aan de wereld waarin zij leven. Ten dele is dat de keuze van hun gebedsvoorgangers en rechtsgeleerden en te dele is dat ook het gevolg van een poging van de profeet Mohammed om een valkuil te vermijden waar onder anderen Mozes en Jezus van Nazareth in zijn gevallen. Mohammed heeft Scylla vermeden en is op Charybdis gestrand.
Hij had opgemerkt dat de volgelingen van eerdere profeten hun leer naar eigen inzicht aanvulden en interpreteerden en dat er bovendien priesters en andere bemiddelaars waren die zich tussen de gelovigen en de Godheid opstelden. Hierdoor verdween het ware geloof zoals de profeten dat hadden bedoeld uit het zicht en werd de gelovige beroofd van zijn directe communicatie met de Heer. Om in de nieuwe Islam soortgelijke ontsporingen te voorkomen verbood hij de stichting van een kerk en het ontstaan van priesters. Hij verbood tegelijk ook iedere wijziging in de leer, zoals die in zijn prediking was neergelegd.
Dit heeft paradoxale gevolgen gehad. Er waren en zijn officieel geen priesters in de Islam en er is geen kerkelijke organisatie. Maar gebedsvoorgangers en wetsuitleggers nemen de positie in die bij andere godsdiensten door priesters worden bekleed. De godsdienstige scholen en hun leiders fungeren als kerkelijke instellingen. De universiteit van Cairo en andere belangrijke centra van godgeleerdheid fungeren als gezaghebbende ‘kerkelijke” instituten.
Officieel is er geen kerk maar in plaats van een kerkelijke organisatie wordt in de Islam de hele staatsinrichting in dienst gesteld van het geloof. Mohammed en zijn leer zijn daarmee uiteindelijk van de regen in de drup gekomen.
Hij had de leer zuiver willen houden van wereldlijke invloeden en van de hebzucht van priesters en kerkvorsten. Wat hij kreeg was een islam die in een paar eeuwen tijd van een instrument van beschaving en vooruitgang verworden is tot een conservatieve en intussen tot een reactionaire kracht. De Islam heeft twee van de oudste beschavingen in de wereld, Egypte en Mesopotamië, definitief tot backwaters gemaakt en is ook in de rest van de wereld een rem geworden op de vooruitgang. Zo is de vroege belofte van de Islam in haar tegendeel verkeerd.