In de naoorlogse periode waren er in Nederland vier mensen die een belangrijk rol hebben gespeeld. Dat waren koningin Wilhelmina en de drie premiers, Schermerhorn, Drees en Beel. Wie daar slecht uitkomt, is Wim Schermerhorn. Persoonlijk heb ik het meeste op met Drees, maar objectief gezien was Beel degene die het meeste voor ons land gedaan heeft, daarbij op cruciale momenten gesteund werd door hare majesteit.
De twee belangrijkste kwesties die speelden waren de wederopbouw in eigen land en de Indonesië kwestie. De Indonesiërs wilden zelfstandigheid en werden daarin gesteund door de Amerikanen. Nederland was wel bereid om delen van Indonesië meer zelfstandigheid te geven maar kon de Bersiap[1] niet tolereren. Ondanks de weerstand ertegen uit met name de Angelsaksische landen heeft Nederland een grote troepenmacht naar Indië gestuurd en de opstand neergeslagen in twee zogenaamde politionele acties. Toen ze toch eenmaal militair ingrepen was het misschien beter geweest – met name voor Indonesië – om de werkelijke schurken, zoals Soekarno, een kopje kleiner te maken. Dat zou het treffen van een regeling aan de andere kant nog moeilijker hebben gemaakt. Men heeft in Linggadjati een vorm van overeenkomst gesloten, waarvan door deskundigen meteen al verwacht werd, dat die geen,stand zou houden. Maar het land was tot rust gekomen, de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven werden zo goed en zo kwaad al dat kon veilig gesteld en Nederland vertrok weer.
Dat was een erg verstandig besluit. Het loslaten van Nederlands Oost-Indië leidde in ons land tot een welvaartssprong. Alle energie kon nu gewijd worden aan de wederopbouw. Het enige wat we overhielden in Oost Azië was een deel van Nieuw Guinea, Daar is later nog een conflict met Indonesië over ontstaan wat tot een half oorlogje heeft geleid. Opnieuw greep Amerika in en dwong een regeling af tussen Nederland en haar voormalige kolonie. Opnieuw betekende dat economisch en politiek een vooruitgang voor Nederland, dat van een grote kostenpost af kwam, maar helaas niet voor de Papoea’s, die er onder Indonesisch bewind nogal abrupt op achteruit gingen
[1] De Bersiap was een periode van onbeheerst geweld dat zich met name richtte tegen de Chinezen en mensen van gemengd Europees en Indisch bloed.