Oorlogsmisdaden.

Toen de Bosnische Serviërs onder leiding van Mladic een massacre aanrichtten in Srebrenica, was er een soort gevoel in de westerse wereld dat de Serven en met name de Bosnische Serven, moesten worden gestraft. Al snel werd dat weer beperkt tot Mladic zelf en de soldaten en politici die in strafrechtelijk zin terecht zouden kunnen staan, maar bombardementen op burgerdoelen in de Servische gebieden werden toch gerechtvaardigd door het gevoel dat het Servische volk q.q. schuldig was.

Iets dergelijks hadden we met de Duitsers en Japanners in en na de wereldoorlogen. Het bombardement van Dresden en de atoombommen op Nagasaki en Hiroshima waren in de ogen van de meesten een niet onverdiende straf voor de vijand, misschien ook omdat het gebeurde in de hitte van de strijd.

Na de eerste wereldoorlog is aan het gevoel dat er weloverwogen gestraft moest worden daadwerkelijk gevolg gegeven door de strafvrede van Versailles, maar na de tweede hebben we de wraakgevoelens weten te kanaliseren in de tribunalen voor oorlogsmisdadigers. Dat past beter in de ethische regels van de westerse samenleving die voorschrijven dat alleen individuen ter verantwoording kunnen worden geroepen en geen landen of volkeren. De berechting van oorlogsmisdadigers gebeurde met kreupele middelen zoals strafbaarstelling achteraf door rechters van wie de competentie twijfelachtig was, maar de idee dat misdaden alleen kunnen worden bedreven door individuen bleef overeind.

Volkeren begaan geen misdaden en binnen misdadige regimes kunnen alleen degenen veroordeeld worden tegen wie in strafrechtelijke zin misdrijven kunnen worden bewezen.

Dat heeft iets merkwaardigs omdat het tegen de waarneming van iedereen ingaat, dat het wel degelijk vaak een heel volk is dat een misdadige oorlog steunt en dat ook veel van de ergste misdaden niet in hun geheel door individuen kunnen worden bedreven, maar dat daarvoor organisatie en samenwerking nodig is die grote groepen mensen omvat.

Dat volken elkaar kunnen bestrijden en in het kader van die strijd tot misdaden in staat zijn, die zij als individuen nooit zouden begaan is een feit. Veel van de processen tegen oorlogsmisdadigers leverden het beeld op van brave burgers die voor en na de oorlog geen vlieg hebben kwaad gedaan en dat zonder de oorlogsmachine waarin ze waren terechtgekomen ook nooit gedaan zouden hebben. Dienst nemen in het leger of de partij hebben de meesten niet gedaan met het oog op het begaan van die misdrijven, maar om andere, niet misdadige redenen.

Milosevic stond te recht voor misdaden tegen de menselijkheid. Niemand weet precies wat dat is en wat men in de praktijk doet is een aantal van de meest spectaculaire gruweldaden te nemen, daaruit delictsomschrijvingen vervaardigen en die aan de  betrokkene ten laste leggen. Dat is ook daarom een heikele procedure omdat men zijn daadwerkelijke betrokkenheid moet aantonen en dat valt in veel gevallen om allerlei reden niet mee. Niet alleen is men voor het bewijs afhankelijk van zijn toenmalige medestanders, maar ook zal hij in veel gevallen inderdaad geen enkele specifieke betrokkenheid hebben gehad. Voor de verantwoordelijkheid van Milosevic deed dat er weinig toe, want het staat wel vast dat hij en de opiniemakers om hem heen door het aanwakkeren van haat de Servische bevolking rijp gemaakt hebben voor de aanval op de andere volken binnen de Zuid Slavische Federatie. Dat is de kern van alle wandaden uit die burgeroorlog maar dat werd als zodanig Milosevic niet ten laste gelegd. Uitlokking van door het Servische volk bedreven misdrijven kan geen vervolgbaar delict zijn als het delict zelf niet bestaat en de dader niet wordt erkend. Het Servische volk is immers niet vervolgbaar.

De reden waarom wij  er niet aan willen, aan die strafbaarheid van groepen, hangt samen met de kern van ons humanistische gedachtegoed. Alle Menschen werden Brüder, onze samenleving bevat een permanente uitnodiging aan alle mensen ter wereld om zich aan te sluiten. Er is maar een wereld en een mensheid en groepen die daar niet bij horen, erkennen wij eigenlijk niet. Er zijn alleen individuen. Al die individuen zijn gelijk, of hebben in elk geval gelijke rechten en kunnen niet anders worden behandeld alleen omdat ze tot een ander groep behoren. Je kunt het Servische volk niet straffen zonder naast echte schuldigen volkomen onschuldige burgers mede te straffen en dat gaat niet aan.

Dat veel Joegoslaven, die zich met het regime Milosevic niet konden verenigen, zijn geëmigreerd of in de gevangenis zijn terechtgekomen en dat er wel degelijk iets was als een collectieve steun waar alle individuen die zich niet daadwerkelijk hebben verzet aan hebben meegedaan, dat negeren we. Als de publieke opinie zich daadwerkelijk tegen Milosevic had verzet, had de Joegoslavische burgeroorlog nooit plaats gevonden en dus heeft iedereen schuld die deel heeft uitgemaakt van dat publiek. Kenmerkend voor een volk en een natie is dat goed en kwaad met elkaar wordt gedeeld en dat individuen zich niet kunnen onttrekken aan wat in hun naam wordt gedaan. Van een misdadig volk dient men zich te distantiëren.

Met Servië valt de misdadigheid alles bij elkaar nog wel mee. De Serven zijn niet duidelijk veel misdadiger geweest dan Kosovaren, Kroatiërs of Bosniërs en in geen geval zo misdadig als de Palestijnen of de Hutu’s. Zolang we die niet willen straffen voor hun collectief bedreven misdaden, moeten we aan de Serviërs ook maar niet beginnen.

 

 

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .