Het bevolkingsregister.

Het bevolkingsregister[1] dient om de inwoners van Nederland te identificeren, om te weten of ze nog leven of intussen zijn overleden, waar ze wonen, wie hun ouders en kinderen zijn, en wat hun  geboorteplaats en Burgerservicenummer is. Tegenwoordig is ook het DNA profiel een geschikt middel om te identificeren en waarom er bezwaar tegen zou zijn om ook dat profiel in het BRP op te nemen, is mij niet duidelijk. De enige denkbare reden kan zijn de wens om niet geïdentificeerd te kunnen worden. Maar als dat een legitieme wens is, kunnen we beter dat hele BRP afschaffen.

Wat mij verbaast in de discussies van de laatste tijd over dit onderwerp, is dat eigenlijk iedereen ervan uit lijkt te gaan dat privacy inhoudt dat mensen niet weten wie je bent. Vroeger betekende een recht op privacy dat mensen niet alles wisten wat je deed. Daarom bestond er een onderscheid tussen publiek en privé. Wat je in het publiek deed, daar had de samenleving mee te maken. Wat je in privé deed ging andere mensen niet aan, tenzij het direct of indirect invloed op ze had. Als je je huis slecht onderhield, dan moest je dat zelf weten, maar dat lag weer anders als het tot een overstroming leidde bij de buren.

Kenmerkend van een samenleving is juist dat de mensen elkaar wel kennen, of tenminste kunnen kennen als ze dat willen. Het is duidelijk dat de samenlevingen van tegenwoordig daar te groot voor zijn. Je kunt elkaar onmogelijk meer allemaal kennen, maar toch blijft overeind dat een samenleving een soort uitgebreide familie is en dat iedereen daarin rechten en verplichtingen heeft tegenover ieder ander.

Als ik onderweg iemand tegenkom die gevallen is en bewusteloos geraakt, dan bel ik 112 en intussen kijk ik wat ik doen kan om hem gemakkelijk neer te leggen, te zien of hij spullen verloren heeft. Die raap ik dan op en leg ze bij hem neer. Vervolgens wacht ik tot de ambulance gearriveerd is en dan pas rij ik door.

Dat was vroeger  wat iedereen deed, maar dat is tegenwoordig niet meer zo. De belangrijkste oorzaak daarvan is dat we niet meer één samenleving hebben, maar dat door de massale immigratie van de  laatste decennia er verschillende samenlevingen naast elkaar bestaan in het land. Waarom onze overheid en die van de andere West-Europese landen die immigratie hebben laten gebeuren is nog steeds niet helemaal duidelijk. Ik denk dat het in hoofdzaak een gevolg is van het Verdrag van Schengen, dat het vrije verkeer van personen regelt tussen de leden van de E.U. . Dat verdrag  bracht in de praktijk mee dat grensovergangen en de grensbewaking werden afgeschaft en dat het voor illegalen een koud kunstje was om het land binnen te komen.

Wie eenmaal binnen was gold als inwoner en kon aanspraak maken op alle rechten die de wet aan inwoners toekent. Daar hoorde in de praktijk het recht op een woning en op levensonderhoud toe, waar intussen ongeveer twee miljoen vreemdelingen gebruik van hebben gemaakt.

Die vreemdelingen hebben zich overwegend gevestigd in eigen wijken, waar de oorspronkelijke bewoners gedwongen of uit eigen  beweging vertrokken zijn. In deze wijken is de jeugdwerkeloosheid massaal en leven de jongeren in hoofdzaak van uitkeringen en de opbrengst van straatroof.

Dat is niet alleen het geval in Nederland, maar in alle West-Europese landen en het ziet er niet naar uit dat daar op korte termijn verandering in gaat komen. Dat is bevreemdend, omdat je op je vingers na kunt tellen dat dit ergens tussen nu en dertig jaar met zekerheid stuk gaat lopen. De geboortecijfers in de landen waar de immigranten vandaan komen blijven onverminderd hoog en we verstrekken via de hier wonende familieleden aan de achterblijvers de middelen om ook hierheen te emigreren. Die kruik gaat dus net zo lang te water tot hij barst.

Wanneer dat precies zal zijn blijft raden, maar hoe langer we wachten met maatregelen hoe lastige het worden zal.

 

 

 

 

.

 

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .