Schone energie.

Hij wist wel wat het kostte, schone energie, zei premier Balkenende: honderden miljoenen. Maar dat hadden zij er in het kabinet ook wel voor uitgetrokken. Deze uitspraak deed de premier in verband met het euroberaad over dit onderwerp. De Duitse vertegenwoordigers, die door hun auto lobby’s goed waren voorgelicht, deden wat minder luchthartig over de kosten van de Europese energieplannen. Maar in het algemeen lijkt ook buiten Nederland de politiek geen idee te hebben van de omvang van de problemen die op ons af komen.
Een opmerking als deze, van de belangrijkste Nederlandse politicus van dat moment, gaf aan hoe het er h.t.l. met de kennis over dit belangrijke issue voorstaat. Honderden miljoenen! Tientallen miljarden zal hij bedoelen. Een factor honderd keer zoveel en dat is nog heel bescheiden ingeschat. De impact van het energieprobleem is veel groter dan de mensen, inclusief onze e.t. premier zich realiseren. Gelukkig had hij in de persoon van Ronald Plasterk een wetenschapper in zijn kabinet die hem misschien uit de droom had kunnen helpen, als zijn kabinet een langer leven beschoren was geweest. Maar dat de politici van het moment geen idee lijken te hebben van de kosten die de problemen van vervanging van fossiele brandstoffen, van het klimaat, het milieu, de gezondheid, de veiligheid, het verkeer, de massale migratiestromen, het toenemend geweld en alle mogelijke andere gevolgen van de wereldoverbevolking, dat zou ons behoorlijk zorgen moeten baren.
Wie de kranten en tijdschriften de laatste jaren heeft gevolgd moet de indruk hebben gekregen dat het de problemen van de multiculturele samenleving zijn die beslissend zijn voor de vraag of de volgende generatie voldoende te eten zal hebben of dat het de opkomst van de partij van Wilders is waar we de klimaatverandering aan te danken hebben.
Wekenlang kan een Tweede Kamer en kunnen de gezamenlijke media zich bezig houden met de vraag of het beledigend is om bezwaar te hebben tegen het hebben van een vreemde naast de Nederlandse nationaliteit door Tweede Kamerleden. Het moet iedereen toch duidelijk zijn dat het wettelijk is toegestaan en dat het dus niet helpt om er een issue van te maken, zonder tegelijk een wetsvoorstel in te dienen dat daar verandering in moet brengen. Wat het doet is onproductieve emoties oproepen en daar zitten Kamerleden niet voor. We hebben toch geen parlement en regering om zich met nationale onlustgevoelens bezig te houden die door de journalisten worden opgeklopt? Ze zitten er voor de oplossing van de problemen van de samenleving en niet voor de journalisten.
Over Aboetaleb was men in Amsterdam tevreden en ofschoon een kinderhand in Amsterdam wel vlug gevuld is, is er reden om aan te nemen dat deze wethouder het goed gedaan heeft en ook in de landelijke politiek een aanwinst was. Als burgemeester van Rotterdam is hij in elk geval een succes. Wat doet het er dan toe dat de koning van Marokko hem als een onderdaan blijft beschouwen? Hetzelfde geldt voor de tegenwoordige Kamervoorzitter Khadija Arib
Overigens heb ik nog niemand in de Kamer de opmerking horen maken dat we van een Kamervoorzitter af moeten die het tot haar taak rekent om politici het woord te ontnemen als die er naar mening onbehoorlijke meningen op na houden. Het lijkt me punt één in de taakopdracht van een voorzitter, om het vrije woord in de tweede kamer ruim baan te geven en niet de eigen burgerlijke moraal.

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in herinneringen, Nieuws en politiek, politiek. Bookmark de permalink .