Het vertrouwen in banken.

In de socialistische samenleving die Marx voorspelde zouden de werkende mensen aan de touwtjes gaan trekken. In het kapitalisme zoals hij dat beschreef waren het de eigenaren van de productiemiddelen. In de wereld zoals wij die in de twintigste eeuw kenden waren het niet arbeiders en de aandeelhouders die aan de touwtjes trokken. Bij ons waren het de ondernemers, de bestuurders van de bedrijven, die de economische beslissingen namen, daartoe aangestuurd door de krachten van de markt. Zo werkt het grosso modo nu ook in India en in China en in Brazilië. In de Sovjet Unie, het oude China van Mao en in de DDR waren het niet de arbeiders en ook niet de bedrijfsleiders. Daar was het de Partij die de economie bestuurde door middel van economische plannen. De analyse van Marx schoot dus aan alle kanten te kort, ook in de landen die zich op zijn leer beriepen. Zijn model kwam in de werkelijkheid nergens voor[1]. Maar staat de terminologie van De Volkskrant wel voor een in werkelijkheid bestaand systeem? Wat is daarbij de achter liggende economische theorie?
Welke kapitalistische wereld stort er nu in (implodeert er), nu blijkt dat het bestaande bancaire systeem in de globale economie niet goed functioneert. En bovendien: wat moet er gebeuren om dat systeem beter te laten werken. Moet daarvoor de ondernemingsgewijze productie worden losgelaten? Moeten we terug naar een door de overheid aangestuurd systeem of heeft De Volkskrant een nieuwe manier gevonden om de geglobaliseerde samenleving te laten functioneren?
Ondanks de crisis in het bancaire systeem, de vertraging van de geldcirculatie en inkrimping van de geldvoorraad (kredietverlening) die daar het gevolg van zijn, groeide de economie wereldwijd nog steeds, dit in tegenstelling tot de crisis van 1929. Duidelijk is niettemin dat dit zonder ingrijpende wijzigingen in het bancaire systeem niet zo blijven kan. Veel bedrijven zijn tot op zekere hoogte zelf-financierend maar er hoeven maar enkele schakels in het proces in de moeilijkheden te komen en de hele economie krijgt er last mee. De mogelijke gevolgen van de crisis, die zich zo maar weer zou kunnen herhalen, moeten daarom niet worden onderschat. Het financieringssysteem is de olie van de economie. Zonder een goed werkende financiering gaat het allemaal lastiger en trager. Reparatie van het systeem heeft daarom een hoge prioriteit. Wat zijn de maatregelen die moeten worden genomen?
In wezen zijn alle experts het over één zaak eens: het vertrouwen in het banksysteem moet worden hersteld. Het probleem ligt bij de geldcirculatie en het is een gevolg van het gebrek aan vertrouwen van het publiek in de banken en van de banken in elkaar. Geld is krediet en krediet is vertrouwen. Vertrouwen is kunnen handelen in de zekerheid dat partners in het economisch verkeer hun verplichtingen zullen nakomen. Dat vertrouwen is er onder normale omstandigheden. Ze komen hun verplichtingen wel nooit voor de honderd procent na maar dat hoeft ook niet.
Het systeem is berekend op een zeker percentage faillissementen. Daarbij werkt de wet van de grote getallen. De met de faillissementen samenhangende verliezen blijven onder normale omstandigheden tot een percentage beperkt dat lager is dan de gemiddelde winstmarge van de bedrijven. De economie als geheel heeft per saldo voordeel bij het bestaan van faillissementen. Ze wieden de incompetente en overbodige bedrijven uit en de mogelijkheid van een deconfiture houdt alle andere ondernemers bij de les. Dat wordt anders als niet alleen de slechte maar ook de goede bedrijven onderuit gaan en de verliezen voor iedereen groter worden dan de reserves en winstmarges toelaten. Dat is wat er in 2007 en 2008 in de bankwereld leek te gebeuren en wat zich in de depressie van 1929 ook in de rest van de economie voordeed.

[1]Onze landgenoot de Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen was socialist en meende dat in het voormalige Joegoslavië met zijn arbeiderszelfbestuur het echte marxisme was verwezenlijkt. Hij voorspelde dat land een grote toekomst. Het is maar goed dat economen niet op het realiteitsgehalte van hun theorieën worden afgerekend maar hun Nobelprijzen krijgen voor heel andere verdiensten.

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in geld en economie. Bookmark de permalink .