Andere Nederlanders.

In de vorige generatie zijn er, zonder dat daar veel aandacht aan is besteed, nieuwslezers en andere persoonlijkheden van allochtone afkomst op de buis verschenen. Het eerste en duidelijkste gebeurde dat bij de stadszenders, maar ook bij de nationale omroepen is hun aantal de laatste jaren vrij geruisloos toegenomen.

Gemiddeld doen ze het zeker even goed als TV personen van autochtone komaf; iets beter misschien wel zou ik zeggen. Hun Nederlands is goed en voor zover dat bij een enkeling niet helemaal zo is, dan compenseert zij dat door andere eigenschappen die haar voor TV geschikt maken: een vriendelijke en evenwichtige uitstraling en een fraai uiterlijk. Hun aanwezigheid is een aanwinst en dat geldt ook voor de andere geïntegreerde allochtonen die intussen Nederlander zijn geworden.

Amsterdam is een stad met veel van dit soort nieuwe Nederlanders en daarnaast ook met veel buitenlanders die geen aanstalten maken zich aan de Nederlandse samenleving aan te passen. Met veel Turken is dat zo. Die kunnen tot drie generaties toe in Nederland wonen en Turks blijven. Dat geeft op zich niet. Ook met buitenstaanders moet een grote stad kunnen leven. Maar naast individuele buitenlanders hebben we nu ook hele stadswijken waar het leven niet langer Nederlands of zelfs maar Europees is, maar waar taal en gewoonten Marokkaans of Turks zijn geworden, vooral Marokkaans.

Als er van een allochtonenprobleem sprake is dan zijn het de vreemdelingenwijken en hun bewoners die het probleem gecreëerd hebben. Niet de individuele allochtonen.

Een tijdlang heeft de groei van de allochtone wijken overlast bezorgd aan de autochtonen die daar woonden. Die zagen hun omgeving in snel tempo veranderen en van zich vervreemden. Hun problemen hebben toen nauwelijks de pers gehaald, met name ook omdat de slachtoffers niet met geweld reageerden op de veranderingen, maar in meerderheid hun spullen pakten en verdwenen. Intussen zijn de meeste autochtonen weg uit de allochtone wijken en de ouderen die niet meer weg wilden of konden, sterven uit[1]. Het probleem van de verdreven autochtonen had  zich zelf al grotendeels opgelost, voor het de aandacht kreeg die het verdiende. Maar het probleem van de vreemde en soms ook vijandige samenlevingen in ons midden is pas goed begonnen.

Tot de komst van Pim Fortuijn heette het hele fenomeen van de niet westerse gemeenschappen de ‘multiculturele samenleving’, een wat ongelukkig gekozen term, die een tijd lang ten onrechte een positieve klank had in de media.

Achteraf gezien heeft het positieve vooral betrekking gehad op de geïntegreerde buitenlanders die deel van onze samenleving gingen uitmaken, maar het ontstaan van vijandige moslimsamenlevingen in onze grote steden is moeilijk als positief te ervaren.

Cultuur en samenleving[2] zijn vanouds twee verschillende woorden voor hetzelfde begrip. Een samenleving die uit een aantal los van elkaar staande leefgemeenschappen is samengesteld lijkt eerder een somber vooruitzicht te zijn en geen vrolijke gemeenschap, bont geschakeerd, waar van vele zijden een eigen inbreng wordt geleverd.

Wat achteraf gezien heel deprimerend is, is het gemak waarmee de Nederlandse overheid de volkswijken van de grote steden tot achterbuurten[3] heeft laten vervallen, waar schuwe, zwartgeklede en gesluierde vrouwen naast brutale en criminele jongeren het straatbeeld zijn gaan bepalen. De eerbied die men zich verbeeldt aan de godsdienst en de leefgewoonten van vreemdelingen verschuldigd te zijn hebben niet alleen veel minder welgestelde landgenoten hun leefomgeving gekost, zij hebben een cultuur hier recht van verblijf gegeven die ook elders op de wereld niet in staat is haar leden te voorzien van een gelukkig en een vreedzaam leven.

Er zijn heel wat moslims naar Europa gevlucht omdat hun het leven in hun eigen geboorteland onmogelijk werd gemaakt. Dat geldt niet alleen voor de bekende strijdhaarden als Irak en Syrië, maar ook voor landen als Egypte en Algerije. Die immigranten merken, voor zover zij tussen hun voormalige landgenoten leven, dat zij van de regen in de drup zijn terecht gekomen. De islam die zij hier aantreffen is vaak fanatieker dan in hun geboorteland, omdat de godsdienst en haar leefgewoonten zich hier tegen een overmachtige westerse cultuur moeten verdedigen[4].

Toen decennia geleden in Rotterdam het college van B&W het ontstaan van deze wijken probeerde tegen te gaan door een limiet te stellen aan het aantal armlastige bewoners per blok vonden zij de Wet en de Commissie Gelijke Behandeling op hun pad. De leden van de Commissie kunnen gelden als het prototype van de Nederlandse ambtenaar en de Nederlandse bestuurder die voor het ontstaan van het allochtonenprobleem verantwoordelijk zijn. In volle ernst verklaarde een goed opgeleide en welgesteld ogende vertegenwoordiger van de commissie voor de TV dat het niet aangaat om te discrimineren tegen armen, die nu eenmaal in krottenwijken willen wonen omdat ze geen geld hebben voor iets beters.

Als wetten en regels het tegenovergestelde teweeg brengen van wat ze geacht worden te doen, bijvoorbeeld de vervreemding van de wijken van de minder bedeelden in de samenleving, dan wordt het tijd die wetten aan een nader onderzoek te onderwerpen. Ons belangrijkste probleem is niet de aanwezigheid van allochtonen maar van een establishment dat met hun komst in onze samenleving niet weet om te gaan en die de volkswijken met de gevolgen van de eigen onmacht heeft opscheept.

Dat mensen liever op Geert Wilders stemmen dan op de gevestigde partijen als PvdA en CDA komt niet omdat men weet dat Wilders een oplossing voor de problemen in huis heeft. Als hij ze al zou hebben dan houdt hij die onder zijn pet. Maar de mensen zien de bestaande overheid disfunctioneren op een reeks van terreinen en ze weten niet hoe daar ooit een einde aan kan komen als de gevestigde partijen elkaar blijven afwisselen op de kussens van de macht. De keuze voor Wilders is een gok, maar het alternatief, alles bij het oude laten gaat ook niet.

[1] De trek van de bewoners van de oude wijken naar de newtowns als Almere zou er ook zonder het allochtonenprobleem wel zijn geweest, maar niet in deze spectaculaire omvang.

[2] De terminologie is zowel nationaal als internationaal niet in alle opzichten helder of consistent, maar het cultureel in multicultureel verwijst niet naar kunsten en wetenschappen, maar naar de manier van leven van de groepen op wie de term betrekking heeft.

[3] De gemeenten en woningcorporaties zorgen zo goed mogelijk dat in fysiek opzicht de buurt niet het aanzien van een achterbuurt krijgt. In de Bijlmer zijn hele flatgebouwen om die reden afgebroken en vervangen door nieuwe woningen, maar de onzorgvuldigheid waarmee de bewoners met de bewoonbaarheid van hun buurt omspringen is die van een achterbuurt.

[4] De overheid dwingt hier de Islamitische  normen en waarden niet af en daarom grijpen sommige Europese Islamieten zelf naar geweld als middel om die normen te handhaven en zich daardoor af te zetten tegen wat hun hier niet bevalt. In Amsterdam valt dat misschien meer op dan bijvoorbeeld in Leeds of Birmingham, maar dat komt omdat Amsterdam een veel vredelievender traditie heeft dan de Britse industriesteden.

Over akasdorp

gepensioneerd advocaat
Dit bericht werd geplaatst in maatschappelijk, Midden Oosten, Nederland. Bookmark de permalink .